United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo wandelden de jongelieden, telkens als hun een vrije zaterdag-middag of een schoone zomer-avond gegund was, frisch er op los; ver langs de eenzame boorden van de Rotte, rondom de golvende, van wilgen en biezen omzoomde plassen, dwars door de velden naar een dorp in den omtrek samen zingend in den wind met den rietvink, kruiden lezend, sproken dichtend, droomen droomend, muziek vernemend en wonderen speurend, waar de zinnen van anderen niets zouden opgemerkt hebben dan kaalheid en platheid vunzig water en drassig veen.

Maar den Cyrano wenscht gij te aanschouwen, den man, die spottend en dichtend om zijn leven vecht; ge wenscht nu die heel vrije, die zeer koninklijke ziel te zien, die hare lenigheid en vrijheid nóóit verliest; die te midden van den strijd, van de diepste vertwijfeling, van de felste opstandigheid, blijft naar de schoonheid tasten èn: haar grijpt.... Maar laast ge dan nog immer, in die onvolprezen vertaling van Boutens, Omar Kayyam's Kwatrijnen niet? Scharten's opstel bracht mij ertoe, U nog niet? D

Zoo is dus de voorstelling van RUYSBROECK, zijne werken dichtend in het Soniën-bosch, geheel overeenkomstig de algemeene verhouding tusschen mystiek en natuurleven. Waarschijnlijk is een groot deel zijner werken ontstaan in en bij het klooster Groenendael. Maar niet alle werken.

Menigeen van die stadsstarren is een haard, waar het vuur des geestes flikkert en gevoed wordt, een lichttoren, waar de een of andere geest phantaseerend en dichtend schittert in het rijk van het schoone, of peinzend en zoekend arbeidt op het gebied van het ware; menig ander is een altaar van huiselijke trouw en liefde, van werkzaamheid en zelfopoffering, en al zijn er vlammende lichten bij, die het middelpunt zijn van onbeduidende feestelijkheid of van boosheid, dat hindert niet het geheel aan te nemen als een heerlijk, weldadig starrenheer, waaruit symphonisch de hymne rijst van een groot menschengezin, dat arbeidt in het leven, van een leven, dat rijker, dieper en veelzijdiger is, naarmate het verder is voortgegaan, en dat eerst zijne hooge beteekenis heeft gekregen, sinds het uit zijn natuurstaat tot den toestand der beschaving is gekomen.

Potgieter zei dat de vent gek was en dat in den tijd van Piet Hein........ Dichtend vervolgde 't dichtertje z'n tocht door de woestenijen van Amsterdam. Zoover 't oog reikte, niets dan Nederlandsche menschen. Weer groette-n-i iemand, een heer met hoogen hoed en gekleede jas, uit een stuk van Verkade. Nu spraken ze elkaar aan. Daar stonden ze, op 't plein voor 't Centraalstation.