United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


In RUYSBROECK heeft de Dietsche mystiek haar voornaamsten vertegenwoordiger gevonden. Ja, HADEWYCH is hem vóór geweest.

Meer zekerheid dan omtrent SUSO'S betrekking tot de Nederlandsche mystiek geeft ons een bericht aangaande den derden der groote Duitsche mystieken: JOHANNES TAULER, evenals SUSO een tijdgenoot van RUYSBROEC, doch met dezen bekend en zelfs een zijner bewonderaars. In een geschrift van dezen tijd lezen wij: "Dese Tauweler hadde den prior Jan van Ruysbroeck in groter ende sonderlingher reverenciën.

RUYSBROECK vergelijkt iemand die waant één te zijn met CHRISTUS bij een slapenden hond "dien droomt dat hi heeft een stucke vleeschs in sinen mont" en "alse hy ontwaket, soe en heeft hi niet." Die vergelijking zou men desnoods ook met ons gevoel van kieschheid in overeenstemming kunnen brengen door te wijzen op het minderwaardige van hem die slechts waant met CHRISTUS één te zijn.

De onafhankelijkheid van geest waarmede hij spreekt over de waarde van de wetenschap in vergelijking met het leven; het moet ons, zegt RUYSBROECK, meer te doen zijn "om leven dan om weten, want die vele weet ende niet en leeft, hi verliest den tijt." Zijne menschenkennis, zijn talent van karakterizeeren en uitbeelding van het gemoedsleven.

Het werk van RUYSBROECK is een der hooge toppen in het land onzer literatuur en dus zou het begrijpelijk zijn, indien wij daarmede dit deel van ons werk besloten. Wij hebben echter goede reden het niet te doen, want: meer dan RUYSBROECK is hier. Omstreeks 1360 werd een groot deel van het Oude Testament in de volkstaal te boek gesteld .

Zijn leven maar vooral zijn werk gaan wij nu beschouwen. Het verhaal van zijn uiterlijk leven is ras gedaan. Hij werd in 1294 geboren in het dorp Ruysbroeck, dat ten zuiden van Brussel aan de Senne ligt. Zijn vrome moeder wilde hem gaarne bij zich houden, maar zucht naar kennis en ontwikkeling dreef den knaap op zijn elfde jaar uit haar huis.

Allen namen daarna den regel en het "habijt" der regulieren van SINT AUGUSTINUS aan. Onder Heer FRANK als proost werd RUYSBROECK prior. In dit klooster heeft hij, zijn ambt waarnemend en overigens ook het geringste werk niet versmadend, zich eerst recht aan de oefening in het werkend en schouwend leven kunnen wijden.

Op dezen grondslag van speculatieve mystiek heeft RUYSBROECK het gebouw zijner practische mystiek opgetrokken. In die vereeniging van theorie en practijk ligt voor een deel het eigenaardige en de verdienste zijner mystiek. Wie tot een hoogeren trap opklimt, moet toch altijd de plichten van den vorigen trap blijven beoefenen.

De indeeling der zielekrachten bij RUYSBROECK gelijkt op die bij ECKHART; doch beiden kunnen die hebben ontleend aan AUGUSTINUS. De indeeling der zielekrachten in hoogere en lagere komt bij TAULER zoowel als bij RUYSBROECK voor; TAULER legt den nadruk vooral op de begeerte en den toorn, die eveneens bij RUYSBROECK genoemd worden. Maar ook THOMAS AQUINAS geeft deze indeeling.

RUYSBROECK is de eerste Nederlander, die in de volkstaal een ideaal levensgeheel heeft ontworpen, dat slechts paste voor kloosterlingen, doch dat ook voor hen, die in de wereld bleven, veel goeds, edels en schoons bevatte.