United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den Albatros kan men tot de dagvogels rekenen, hoewel hij langer werkzaam blijft dan de meeste overige Vogels en bijna geen rust noodig schijnt te hebben, of liever door een zeer korte rust voldoende gesterkt wordt voor een nieuwe beweging.

De jongen blijven lang in het nest; des nachts weergalmt de omtrek van hun geschreeuw. Ongelukkig hebben de Uilen vele vijanden. Alle dagvogels haten hen, alsof zij zich willen wreken over de aanvallen, die zij gedurende hun slaap van deze nachtroofvogels hebben te verduren. Bijna alle Dagroofvogels gedragen zich als razenden, wanneer zij een grooten Uil zien.

Zij durfden trouwens geen andere webben dan die van kleine Spinnen aanvallen, daar de grootere telkens als de vogeltjes naderden, tot verdediging van haar vesting kwamen toesnellen. Als dit geschiedde, zag men den belegeraar als een lichtstraal omhoogschieten. Gewoonlijk duurde iedere rooftocht ongeveer 10 minuten." Bijna alle Kolibries zijn echte dagvogels.

Evenals de Nachtzwaluwen, jagen de Vorkstaartpluvieren soms nog laat in den avond; zij zijn over 't geheel genomen eer schemeringvogels dan dagvogels; dit blijkt uit hun slapen of rusten gedurende de middaguren; in den voortplantingstijd doen zij dit in de nabijheid van haar nest, in den trektijd ziet men ze op een eindelooze reeks, aan den oever van een rivier of van een meer zitten.

De Grutto's (Limosa) zijn het naast verwant aan de Ruiters, hoewel het niet te ontkennen valt, dat zij ook op de Wulpen gelijken en aan den anderen kant ook aan de Snippen herinneren. Van deze onderscheiden zij zich echter door de grootere lengte hunner pooten en vooral van het naakte gedeelte der schenkels; voorts hebben zij minder groote oogen, zijn nachtvogels in plaats van dagvogels en dragen een grijs winterkleed, dat van het rosse zomerkleed zeer verschilt. Hun grootendeels met een zachte huid bekleede snavel is langer dan de loop, twee-

Alle kleine Vogels zijn met dezelfde gezindheid bezield en geven haar te kennen door druk gesnap en geschreeuw, als 't ware door schimpreden en scheldwoorden. Het geheele woud komt in opstand, wanneer een Uil ontdekt wordt. De eene Vogel roept de andere er bij en de arme duisterling heeft dan veel te lijden, want de sterke dagvogels plegen ook gewelddadigheden jegens hem.

Zij maken hoofdzakelijk jacht op kleine Zoogdieren en in de eerste plaats op Bosch- en Akkermuizen en op Spitsmuizen. Ook de Woudooruil is bij alle dagvogels zeer gehaat; hij wordt geplaagd en gesard, waar hij zich vertoont. De nadenkende mensch laat hem ongemoeid en doet hier zeer wijs aan, omdat de bescherming, die dezen Uil wordt verleend, aan het woud ten goede komt.