United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


De iris is donkerbruin, de snavel loodkleurig grijs, aan den wortel donkerder, de poot roodachtig grijs. In het winterkleed zijn alle tinten minder zuiver en is het rood door grijze vederranden bedekt. Totale lengte 13, staartlengte 5.5 cM. Het Kneutje bewoont geheel Europa, Klein-Azië en Syrië en komt op den trek in Noordwest-Afrika, zelden echter in Egypte.

In 't zomerkleed zijn de onderdeelen wit met scherpe, zwarte schaftstrepen en een groot, zwart schild op de onderborst en den buik; de bovendeelen hebben een roestroode kleur met zwarte schaftvlekken. In het winterkleed is de onderzijde witachtig, de bovenzijde aschgrauw met zeer fijne, donkere schaftstrepen.

Het oog is bruin, de snavel en de pooten zijn zwart. In het winterkleed hebben kop en nek een grijswitte kleur. Totale lengte 40, staartlengte 13 cM.

Het dichte en zachte, glad aanliggende vederenkleed biedt bij jongen en ouden minder verschil aan, dan er tusschen het zomer- en het winterkleed bestaat. De echte Pluvieren zijn de bedrijvigste van alle moerasvogels.

De straten der stad Antwerpen hadden haar winterkleed aangenomen en glinsterden van zuivere witheid; de sneeuw viel echter niet bij zachte vlokken, noch verheugde het oog met hare duizend dooreenspelende pluimkens; integendeel, zij viel kletterend en als hagel tegen de vensterglazen der geslotene huizen, en de bittere noorderwind joeg de meeste burgers, die zich op hunnen dorpel vertoonden, terug naar de gloeiënde kachel.

Des zomers zijn de onderdeelen wit met uitzondering van de bruingrijze onderhals en krop, de bovendeelen bruinachtig grijs met zwarte en roestkleurige vlekken. Van het winterkleed is de onderzijde wit, op den krop echter bruinachtig grijs met donkerder overslagsche streepjes, de bovenzijde bijna effen bruinachtig aschgrauw.

Van het winterkleed daarentegen zijn de boven- en de achterkop benevens de oorstreek roestkleurig kaneelbruin, de schouders en de mantel zwart met kaneelbruine vederzoomen; roestgeelachtige plekken loopen dwars over den krop en langs de zijden; de buitenste staartpennen hebben op het einde van de buitenvlag een zwarte vlek.

Op het zeestrand vormen zij talrijke troepen, die gemeenschappelijk leven en werken. Het zomerkleed is aan de onderzijde wit, aan de bovenzijde zwart, iedere veer met roestroode kanten. De onderdeelen zijn ook in het winterkleed wit, de bovendeelen echter aschgrauw. De broedplaatsen van deze Vogels liggen binnen den poolcirkel. Hun winterreis strekt zich tot Zuid-Afrika en de Molukken uit.

De bovenkop en de nek zijn fluweelachtig zwart, alle bovendeelen helder zilvergrijs, de hals en de onderdeelen zijdeachtig wit met een flauw rozerood waas, de vleugelspitsen donker aschgrauw, de laatste armpennen en de stuurpennen grijsachtig wit. In het winterkleed is de kop wit tot aan het achterhoofd, en vertoont dit zwarte vlekken; de onderdeelen zijn dan zuiver wit.

In het winterkleed is de onderzijde witachtig, aan den krop met kleine, zwarte, overlangsche, op de zijden van den romp met dwarse, grijsbruine vlekken; de bovendeelen zijn dan bruingrijs.