United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Chiunagon Otomo no Miyuki riep zijn huisgenooten bijeen en deelde zijn volgelingen mede, dat hij wenschte, dat zij hem den Juweel in den Drakenkop zouden brengen. Na eenige aarzeling deden zij het voorkomen, alsof zij uitgingen om dien te zoeken.

Geen wonder dat de gouverneur glimlachte, toen hij het deerniswaardige uiterlijk zag van den uit het veld geslagen Heer, geheel verkleumd, met gezwollen buik en oogen, zonder eenigen glans. Eindelijk werd de Chiunagon in een draagstoel naar zijn eigen huis gedragen. Toen hij was aangekomen, vertelden hem zijn listige dienaren ootmoedig, dat zij in hun nasporingen niet waren geslaagd.

Dan eisch ik van den Chiunagon, dat hij den juweel met de regenboogkleuren opspoort, die zijn glans diep in den kop van den draak verbergt, en uit de handen van Heer Iso zou ik gaarne de zeeschelp willen ontvangen, die de zwaluw hierheen brengt over de breede vlakte der zee." De Bedelnap van den Buddha.

Zij die van nederige afkomst waren, begonnen langzamerhand in te zien, dat hun vrijage nutteloos was. Maar vijf vermogende vrijers bleven het volhouden, en wilden hun pogingen niet opgeven. Het waren Prins Ishizukuri en Prins Kuramochi, de Sadaijin Dainagon Abe no Miushi, de Chiunagon Otomo no Miyuki en Morotada, de Heer van Iso.

Daarop begroette hen de Chiunagon: "Gij hebt goed gehandeld om met leege handen terug te keeren. Gindsche Draak is zeker verwant met den Dondergod, en iedereen die de hand aan hem slaat, om den juweel te nemen, die in zijn kop schittert, zal zich in gevaar bevinden. Ik zelf ben vreeselijk afgemat van inspanning en ontberingen, en ik heb geen belooning gekregen.

Maar de Chiunagon, die nog steeds ziek was en ontzettend beangst, hield vol, dat zij op een woeste kust gedreven waren, en lag lang uit in de boot, hevig sidderend, terwijl hij weigerde op te staan, toen de gouverneur van het district zich deed aankondigen. Toen de Chiunagon eindelijk overtuigd was, dat zij niet op een vreemde, woeste kust gedreven waren, stemde hij er in toe, aan land te gaan.

In dien tusschentijd was de Chiunagon er zóó zeker van, dat zijn bedienden zouden slagen, dat hij zijn geheele huis overdadig versierde met uitgelezen lakwerk in goud en zilver. Iedere kamer werd met brokaat behangen, aan de paneelen werden schilderijen gehangen, en over de zolder werden zijden kleeren gespannen.

Daar de Chiunagon door "een vreeselijke ziekte" was overvallen, is het niet te verwonderen, dat hij gretig den raad van den stuurman opvolgde. Hij bad niet minder dan duizend keer, waarbij hij uitweidde over zijn dwaasheid, pogingen te willen aanwenden, den Draak te dooden, en deed de plechtige belofte, dat hij den Heerscher der diepte met rust zou laten.

Het wachten moede, reisde de Chiunagon na eenigen tijd naar Naniwa en ondervroeg de bewoners, of eenigen van zijn dienaren scheep gegaan waren om den Draak te zoeken. De Chiunagon vernam, dat geen enkele van zijn manschappen in Naniwa was gekomen, en zeer ontstemd over die tijding ging hij zelf scheep met een stuurman. Toevallig was de Dondergod boos, en stond de zee hoog.