United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verschillende mannen van naam: Jonckbleet, Réville, Busken Huet, Schimmel en Nicolaas Beets hebben hunne meening over Van Lennep gezegd; toch ontbreekt nog de monographie, die zijne geheele persoonlijkheid, zijne veelzijdige werkzaamheid, zijne beteekenis voor de geschiedenis onzer Letteren te zaam vat, en met wetenschappelijke nauwkeurigheid beschrijft.

De bekende Rombout Hoogerbeets voerde dezen zynen toenaam naar eene hofstede van dien naam in of by het dorp Beets in West-Friesland by Hoorn gelegen, welke hofstede, naar alle waarschijnlikheid, op eene eenigszins verhevene plaats zich bevond.

N. Beets, Oud-Onder-Direkteur van 's Rijks Prenten Kabinet in Amsterdam had de welwillendheid de volgende mededelingen ons te zenden over de bijgevoegde autotypieen, waarvoor wij hem onze beste dank zeggen. Als titel wordt hier gereproduceerd een ets die Majombe met, op den arm, de kleine Constance "behangen met juweelen" te zien geeft.

Hij studeerde te Leiden in dezelfde jaren, toen daar ook nog twee andere Theologen waren, zijne vrienden Nicolaas Beets en Johannes Petrus Hasebroek; dit drietal ging ook vriendschappelijk om met J. Kneppelhout, die evenwel een jurist was, zonder examens te doen. Zij vormden een soort van clubje en hielden veel van letterkunde.

Alle letterkundigen van naam waren ons van begin af vijandig. Behalve Vosmaer! Beets, b.v., die toen al een oud man was, gaf in zijn latere bundels telkens kleine gedichtjes, die duidelijk steken op de opkomende jonge dichters bevatten. Maar een ander oud man, een die trachtte ons verder te ontwikkelen, was dr. Doorenbos. Een hoogst eigenaardig man, geen eigenlijk docent.

En ook in Friesland, waar hy wel aan den naam van het friesche dorp Beets, in Opsterland, zal ontleend zijn. Ter-Aa of Nieuwer-ter-Aa voluit, is een dorpke in het gewest van Utrecht. Voegt men deze twee namen samen, gelijk veelal by misverstand gebeurt, als Trakranen, dan schijnt de beteekenis nog duisterder.

En nu is de laatste daad van Kloos juist geweest, deze dichters op te delven. Beets en De Génestet waren geen groote dichters, maar zij hadden het in zich. Beets met zijn "Camera" mag er toch wezen, en hij leefde toch heelemaal in de Protestantsch burgerlijke Hollandsche wereld.... Ik stel mij voor, dat er moeilijk iets kleiners is te vinden dan deze wereldbeschouwing.

»Ik zal u later wel eens in de gelegenheid stellen er over te oordeelen, maar liever niet, want het zou mij juist niet in eene opgewekte stemming brengen voor het diner van uw oom. »Verzoek de Booze Geesten niet," zegt Beets niet ten onrechte."

Op het eerste, het eigendom der familie De Jonge van Ellemeet, werd in 1862 Koning Willem III op vorstelijke wijze ontvangen; hier was de eigenaar in 1873, de gastheer van een schaar letterkundigen, bij het Taal- en Letterkundig Congres te Middelburg vereenigd, en Beets zong in de Oranjerie van dit buiten den gastheer toe: Dat de Overduinsche bloemhof bloei', Zijn boomgaard ryke vracht doe plukken, Het kunsttrezoor er overvloei' Van altijd nieuwe meesterstukken; Zijn Eigenaar aan 't zilvren haar Op 't hoofd, zoo ongebogen, Nog lang den gloed van 't leven paar', Dat tintelt in zijn oogen.

Dit doelt natuurlijk op Hasebroek en Beets, reeds lang voór hem op hunne dorpspastorie. Nu, in deze vergiste hij zich: er zou nog wel iets van hen uitkomen. Maar van Vlerk zou de Pers niets meer zien. "Ik bewaar liefst mijn incognito", schrijft hij in een' anderen brief aan den man, die nooit zou ophouden te schrijven, dan wanneer het hem onmogelijk worden zou.