United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan steekt men er over de lengte een houten pen door en legt het in de braadpan, waarin een weinig water wordt gegoten; men bedruipt het niet, zooals ander gebraad, maar bestrijkt het zeer dikwijls met spek, of met Genuaolie; ook wordt het eerst dan, als het lichtbruin en hard is, met wat zout bestrooid, daarna weder met spek bestreken, en als het gaar is, zonder jus opgedaan, met een citroen of china'sappel en een takje laurierbladen in den bek, dien men onder het braden heeft opengehouden door er een blokje hout in te steken.

Het vleesch wordt langzaam geklopt; dan wrijft men het in met wat zout en peper, doopt het in geklutste eijeren met notemuskaat, wentelt het in gestooten beschuit of geraspt wittebrood, en legt het in de pan met kokende boter. Zoo laat men de côtelettes onbedekt gaar braden en keert ze slechts éénmaal om, maar bedruipt ze telkens.

Men naait daarop de opening digt en laat de gans in de braadpan met water en zout, goed toegedekt, bijna gaar worden; dan braadt men haar verder in de opene pan, bedruipt haar dikwijls en vult de jus van tijd tot tijd met wat kokend water aan. Bij het opdoen trekt men de draden er uit en maakt de saus zooals bij den kalkoen in No. 10 is gezegd. Ganzenragout.

Als het nat te vroeg verkookt is, moet men het met wat kokend water aanvullen, maar het toch altijd kort houden en het vleesch door schudden en schuiven voor aanbranden bewaren. Men bedruipt het dikwijls met de saus. Eene andere wijze om kalfsvleesch te smoren is de volgende.

Men maakt er een bal van, die men in de boter braadt. Om de tien minuten bedruipt men den bal met de bradende boter, keert hem vervolgens, om hem ook op de andere zijde te braden. Als de boter bruin is, doet men er van tijd tot tijd een weinigje heet water bij. Spinaziecroquetten.

Daarna laat men ze goed uitlekken en legt ze in een vuurvasten schotel. Men bestrooit ze met fijngehakte uien en peterselie. Daarover doet men een weinig zout, soja en wat gesmolten boter en plaatst den schotel in een goed verwarmden oven. Telkens bedruipt men het gerecht nog met gesmolten boter, totdat het gaar is. Men dient het op met geroosterd brood. Hutspot.

De melk wordt met de amandelen, de suiker en de kruiderijen langzaam gekookt. Intusschen wordt het eiwit tot een zeer stijf schuim geslagen en op een platten schotel, met een mes, glad en rond tot eene soort van berg gevormd, dien men daarna voorzigtig op de kokende melk schuift, en tusschenbeide zachtjes daarmede bedruipt, tot het schuim gaar is, waartoe slechts eenige minuten vereischt worden.

Berliner bollen, legt men aan de bovenzijde naar onder gekeerd, het eerst in de pot; men bedruipt ze met een lepel, en stoot ze van tijd tot tijd eens onder het vet. Als de bovenzijde bruin genoeg is, keert men het gebak om, laat het ook op den anderen kant bruinen en neemt het er uit. Men laat het even uitdruipen op sneden wittebrood of graauw papier, en bestrooit het, nog warm, met suiker.