United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Of nu, toen de termijn, bij de overeenkomst bepaald, begon te naderen, Coster geld noodig had, of zijne praktijk als geneeskundige hem geen tijd genoeg overliet, om zich met de beslommeringen van eene tooneeldirectie te bemoeien, dan of hij er door andere redenen toe genoopt werd, zeker is het, dat hij op den 9den Augustus 1622 aan het Weeshuis het erf, den opstal en al den theatralen toestel overdeed voor eene som van schrik niet! f

Terwijl W. Jansz. met zijn vloot in 1622 voor Manila lag, was de toestand, waarin zich de Spanjaarden bevonden, oogenschijnlijk verre van rooskleurig. De inwoners van Cagayan in het noorden van Luçon en Zanbales op de westkust van dat eiland waren tegen hen in opstand; in Manila waren de levensbehoeften tot ongekend hoogen prijs gestegen, hoofdzakelijk, omdat wij de haven geblokkeerd hielden , en over hun gouverneur Fajardo hadden zij volstrekt geen redenen om tevreden te zijn. Integendeel, de Audiencia van Manila had reeds in 1621 herhaaldelijk haar beklag over hem ingediend bij den koning en om een nieuwen gouverneur verzocht. Zij verweet hem in drie jaar tijds drie millioen onnut te hebben verspild, zonder dat hij iets tegen den vijand had uitgericht en daartegenover één millioen als particulier eigendom naar Nova Spanje had gezonden . Toch hadden de Spanjaarden en de Portugeezen tot het jaar 1622 nog geen reden tot klagen. Hoeveel hun handel met China en Japan alleen nog beteekende, leeren wij uit de berichten van Coen aan bewindhebbers. Den 20en Dec. 1621 schreef hij , dat zes fregatten dat jaar van Macao naar Japan waren gegaan met een waarde van ± drie millioen gulden, terwijl wij uit een volgend bericht van hem vernemen, dat den 2en Aug. 1621 twee schepen van Manila naar Nova Spanje waren vertrokken, waarvan er een te Mindoro was gestrand. Het verlies hiervan werd geschat op vijf millioen. Die van Macao, verhaalt hij in denzelfden brief, zonden jaarlijks een kapitaal van 4

Zie Missiven Commandeur Cornelis Reijersen van 10 Sept. 1622, 20 Nov. 1622 en 5 Maart 1623, zoomede de Missive der Regeering te Batavia aan Reijersen van 2 April 1624; en Gen. Miss. van 6 Sept. 1622 en 20 Juni 1623. Batavia aan Reijersen 3 April 1623. Verg. ook: Instructie Martinus Sonck 11 Juni 1624 en Gen. Zie bl. XLII, noot 3, slot.

Als vesting heeft Bergen-op-Zoom onderscheidene belegeringen doorstaan. In 1577 werd de stad aan de Staatsche zijde gebracht en in 1588 en 1622 werd zij vruchteloos door de Spanjaarden onder hun grootste veldheeren, Parma en Spinola, belegerd.

Van zijn kwartier op deze hoogte zou Spinola in 1622 Bergen-op-Zoom met begeerige oogen hebben gadegeslagen, zonder dat het hem evenwel gelukte, de stad te vermeesteren. Het dorp Halsteren is evenals Bergen-op-Zoom op den rand der hooge zandgronden gelegen.

In dien tijd was het zeemansleven vol gevaren, ook al diende men ter koopvaardij. Immers, in 1622 eindigde het twaalfjarig bestand, en werd de roemrijke oorlog tegen de Spanjaarden hervat. De kaperschepen, die het op de rijke koopvaardijvloot voorzien hadden, maakten de zee onveilig. De Duinkerker kapers hadden zich zelfs een beruchten naam verworven.

Doch bij de belegering in het jaar 1622 werd het oostelijk gedeelte van dit sierlijke gebouw verwoest, en gedurende de belegering van 1747, toen de stad door de bommen en gloeiende kogels der Franschen geteisterd werd, geraakten kerk en toren in brand, waardoor beide binnen korten tijd geheel vernield werden.

Men was echter reeds te zeer gehecht aan en te trotsch op dezen beroemden stadgenoot om hem voortaan niet meer in zijn midden te wenschen. Daarom verrees er in 1557 een beeld van steen, dat beter tegen den tand des tijds bestand was en het tot 1622 uithield.

En waar deze met WINSEMIUS in 1622 eindigen, zag men eene groote menigte Resolutieboeken van de Staten en Gedeputeerde Staten van =Friesland=, benevens eene massa onuitgegevene stukken in de Rijks-, Provinciale en Plaatselijke Archiven voor zich; om niet te spreken van de menigte bouwstoffen, in een aantal gedrukte werken der laatste tweehonderd jaren verspreid.

Hij moest zich dan vereenigen met de vloot, die in April 1622 van Batavia naar China was gezonden . Overeenkomstig dezen last vertrok Jansz 18 Sept. 1622 uit Japan naar Pehou; den 25en stak echter een hevige storm op, waardoor hij genoodzaakt werd terug te keeren. Maar niet alle schepen liepen behouden te Firando binnen. De St. Crux leed schipbreuk.