United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !
De keizer gaf in zijn jeugd geen enkel bizonder kenteeken van een woesten aard, geen enkel van barbaarsche afwijkingen, zooals wèl zijn broer Constantijn. Zijn levensbeschrijver Schnitzler merkt alleen op, dat hij een spotzieke neiging had en er behagen in schepte de hovelingen na te bootsen.
"Hoera voor Constantijn!" was hun eenig antwoord. Men beweert eenstemmig, dat hij zich flink hield en van geen verwarring blijk gaf. En wat zei hij hierop? Ja, dit weet men niet bepaald zeker. Twee lezingen worden gegeven: de een door den heer Schnitzler, die het geval bijwoonde, de ander door den heer de Custine, aan wien de keizer zelf de zaak heeft verteld.
Woord Van De Dag