Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
DE RANTERE teekende aan, dat de omstreken van Oudenaarde op het einde van 1795 zeer onveilig gemaakt werden door eene bende «roovers en vagabonden.» Zulke benden, zegt hij, waren in het land zeer vermenigvuldigd, dank aan «de slappe politie.» De roovers gebruikten eenen langen boom, waarmede zij de deuren der hoeven inliepen.
Al die schavuiten legden naderhand, voor hunne gepleegde gruweldaden, het hoofd onder het mes van den beul. Een goed jaar nadien borst de Boerenkrijg in onze gewesten uit. In dien tijd leefde de reeds genoemde B. de Rantere. Deze verhaalt, dat de gendarmen van Ronse den 25 October 1798 naar Oudenaarde kwamen. Uit hunnen mond vernam men, dat de opstand aldaar werkelijk uitgeborsten was.
Hij was de tweede van heel het departement, die te Gent onthalsd werd. In de eerste dagen van Maart 1797 bracht men te Oudenaarde nogmaals vijf Branders in. Deze waren van Ronse. De Rantere noemt er twee: J.-B. de Miel, kapitein, en N. Lefebure. Als bewijsstuk had men eenen boom mede, die twaalf voet lang was.
B. de Rantere hield zich langen tijd en met onvermoeide volharding bezig met het opsporen van de belangrijke archieven, die ten stadhuize bewaard worden. Ook genoot hij onder zijne medeburgers de eervolle onderscheiding, die alleen den braven en rechtzinnigen man ten deele valt. Liedts schonk zijne gansche boekerij aan de stad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek