Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Dat men zich nu verbeelde, dat de balansarm C A benedenwaarts beweegt, dan zal het punt E van denzelven, in e komende, eenen boog beschreven hebben, die hier naar de regterhand uitwijkt, en het punt F der straalroede F H zal mede eenen boog beschrijven, doch welke naar de linkerhand uitwijkt; daar nu in dit voorbeeld het punt E op de halve lengte van den balansarm genomen is, en daarom C E gelijk aan de lengte der straalroede F H is, zoo zullen de uitwijkingen der bogen, hoewel in tegenovergestelden zin, even groot zijn; er moet dus op het paar stroppen E F een punt bestaan, dat weinig afwijking van de loodlijn ll ondergaat, dit punt is in Y en wel op het midden van die stroppen; het is daaraan, dat men de luchtpompzuigerstang verbindt, om op zeer weinig na, in eene regte lijn op en neder te bewegen, zegge op zeer weinig na, omdat daarbij een gering verschil bestaat, doch hetwelk in de praktijk geen' invloed heeft.

Zij C het vaste aspunt van de op- en neder bewegende balans, en C A de rigting van dezelve bij hoogsten zuigerstand; E F is het paar stroppen, waaraan bij Y de luchtpompzuigerstang, en A G het paar stroppen van gelijke lengte, waaraan bij G de stang van den stoomzuiger verbonden is, F G in de parallel koppelroede aan de lengte A E gelijk, en welke de zoo evengenoemde stroppen bij F en G verbindt.

De rigting van de balans bij laagsten zuigerstand is door de gestipte lijn C a aangewezen, alsmede de overeenkomstige standen van luchtpomp en stoomzuiger parallel stroppen e f en a g, de parallel koppelroede f g en de parallel straalroede f H, terwijl ij het koppelpunt voor de luchtpompzuigerstang en g dat des stoomzuigers is; overigens is l l de lijn, welke de luchtpompzuigerstang en s s die, welke de stoomzuigerstang bewegende volgt.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek