Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Lied II, bl. 1237 vlg.; De Cock-Teirlinck, Kinderlust en Kinderspel II, Dansspelen; Van Ginneken, Handboek der Nederlandsche Taal, bl. 383-404; Van Vloten, Baker- en Kinderrijmen, bl. 93 vlg.; Waling Dijkstra, Uit Frieslands Volksleven I, bl. 247. Maar behalve het danslied zijn er nog zoovele andere speelliedjes, van rhytmische speelbewegingen begeleid.
Scheidings- en opnamegebruiken. Doopsel. Kerkgang. Kinderziekten. Wiegeliedjes. Loopen en spreken. Schootliedjes. Knieliedjes. Kinderspel. Hoorspel, gezichtspel, gevoelspel. Speeldrift. Loopspelen. Springspelen. Dansspelen. Werpspelen. Balspelen. Bolspelen. Ambachtspelen. Schommelspelen. Knikkerspelen. Tolspelen. Hoepel- en vliegerspelen. Sneeuw- en ijsspelen. Lutje leeft nog.
Met de auteurs van Kinderspel en Kinderlust nemen wij bij de rangschikking als grondslag den aard van het spel zelf. En zoo onderscheiden wij, vrijwel in overeenstemming met hun indeeling: loopspelen, springspelen, dansspelen, werpspelen, ambachtspelen, raadspelen, schommelspelen, knikkerspelen, tolspelen, hoepel- en vliegerspelen, sneeuw- en ijsspelen. Loopspelen.
Het voorlaatste vak heet in België meestal helle of halve hemel, het laatste hemel; in Baden heet het voorlaatste Ruhe, het laatste Himmel. Dansspelen. Zoowel bij het eenvoudige dansen, als bij het ronde-dansen, het reidansen en het touwtjespringen wordt een groote verscheidenheid van speelliedjes gezongen, te behandelen in het Vijfde Hoofdstuk. Werpspelen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek