United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarom is het voor eigenaars van tuinen, die dicht bij het woud wonen, zeer raadzaam, alle bondgenooten in den strijd tegen schadelijke Knaagdieren zooveel mogelijk te sparen. De Groote Hazelmuis is, evenmin als de Zevenslaper, geschikt om getemd te worden.

In Nederland komt zij niet voor, wel echter in België, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Duitschland, Hongarije, Galicië, Zevenbergen en de Russische Oostzee-provinciën. In Duitschland is zij in sommige streken, b.v. in de Hartz, zeer veelvuldig. Haar voedsel is gelijk aan dat van den Zevenslaper.

Goed, goed, noem jy me gerust by m'n naam. Ik geef er niets om, want groots ben ik niet, als je me maar zeggen wilt of je dood bent! Och, och, och, Maria-Josef, hy is dood! Als Femke maar hier was! Daar trilde iets in den zevenslaper: Femke! Was zy 't? Femke? Was 't niet Sietske? Sietske ben ik, zei... Vrouw Claus. Deze vreemde mededeeling was de moeite van 't oog-opslaan waard!

De Zevenslaper wordt betrekkelijk zelden in gevangenschap gehouden. Zijn gemoedsaard is niet bepaald aangenaam, zijn grootste deugd is zindelijkheid; voor 't overige is hij niet geschikt om de belangstelling van zijn verzorger te behouden.

De Zevenslaper heeft veel te lijden van zijne talrijke vijanden. De Boommarter en de Bunzing, de Wilde Kat en de Wezel, de Ooruil en de Uil zijn wel de ergste van zijne vervolgers, en hoewel hij zich, zelfs tegen de sterkste vijanden met veel moed verdedigt, delft hij toch het onderspit. Daar waar hij veelvuldig voorkomt, maakt de mensch ijverig jacht op hem, ten deele om zijn vleesch, ten deele om zijn vel; hij wordt meestal in kunstmatige winterwoningen, in kuilen of in andere vallen gelokt. In Beneden-Krain vangen de boeren hem in vallen met springveeren, waarin zij als lokaas een sappige peer of pruim leggen. Bovendien begraaft men vaten in den grond, die gedeeltelijk met ooft gevuld zijn en van boven slechts één toegangsopening hebben, n.l. een buis, waarin op zulk een wijze ijzerdraden zijn aangebracht, dat de Zevenslaper wel in het vat doordringen kan, maar er niet weer uit kan komen. Hierin vangt men deze dieren soms in zoo grooten getale, dat menige jager gedurende één herfst er 200

Het verbreidingsgebied van den Zevenslaper reikt van Spanje, Griekenland en Italië tot Zuid- en Middel-Duitschland. In Oostenrijk, Stiermarken, Karinthië, Moravië, Silezië, Bohemen en Beieren komt hij veelvuldig voor; in Kroatië, Hongarije en Zuid-Rusland is hij algemeen; in het noorden van Europa, en reeds in 't noorden van Duitschland, in Nederland, Engeland en Denemarken ontbreekt hij.

In de vrije natuur ontwaakt hij soms vanzelf gedurende den winter en gebruikt dan een deel van zijn voedselvoorraad, eigenlijk zonder te weten, wat hij doet. In den regel ontwaakt de Zevenslaper eerst zeer laat in 't voorjaar, zelden voor het einde van April. Zijn winterslaap duurt volle zeven maanden; hij draagt zijn naam dus te recht.

Hierin werden verscheidene Zevenslapers opgesloten en rijkelijk van voedsel voorzien. De gemeste dieren prijkten, na gebraden te zijn, als een groote lekkernij op den disch van rijke fijnproevers. De Zevenslaper bereikt een lichaamslengte van 16 cM., zonder den 13 cM. langen staart.