United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


...Hoe schoon zijn uwe tenten, o Jacob, uwe woningen, Israël! zoo buigen ze. En snel, met stil gebaar, haastig raakten zij de deurpost en brachten de vingers aan den mond ten kus. In het murmelend gemompel van vele zachte stemmen schijnen de goud-glanzige kaarsvlammetjes, geplant in de ronde blakers op de banken, niet tot een stilstaande vlam te kunnen uitbranden.

Ontsluit de poorten, of wij zullen u uitbranden als men een wespennest doet." Een tegelsteen, die op zijn voorhoofd gemikt was, maar gelukkig slechts op zijn helmvizier aan stukken sprong, was het eenige antwoord, dat hij bekwam.

Het eenige radicaal helpende middel kon slechts in het uitbranden der wonden bestaan; dit moest echter onmiddellijk en grondig geschieden. Als dit niet gebeurd was en het gif van de hondsdolheid zich reeds door het lichaam verspreid had, hing het alleen af van omstandigheden, waarover de mensch geen macht had, of de ziekte, die steeds een noodlottig einde nam, al of niet tot uitbarsting kwam.

Voor zulke bedreigingen zwichtte onze Chirurg; de staven werden witgloeiend gemaakt en hiermede liet De Hojeda zich, zonder éénig gekreun te laten hooren, de wonden uitbranden, en wonder boven wonder, het vreeselijke middel hielp en hij bleef in het leven om te strijden tegen eene onbeschrijfelijke ellende. Eindelijk, eindelijk kwam er een schip, doch dat van De Enciso was het niet.

Als de vaartuigen geledigd zijn, verbranden zij die; dan varen zij naar Vlissingen, en laten ze walmen en uitbranden in de reede. Van daar zullen zij mannen zenden, die Zeelands en Hollands dijken zullen doorsteken, nieuwe schepen zullen helpen maken, en namelijk de vliebooten van honderd veertig ton, die tot twintig gegoten ijzeren stukken voeren. Het sneeuwt op de schepen.

Goedroen antwoordde hem: "Van dolken droomen wijst op vuur en de toorn van een vrouw op groote vreugde. Misschien moet ik u eens een wonde uitbranden om uw leed te verlichten." Atli zeide tot haar: "Er vlogen valken van mijn vuist naar Hella, uitgehongerd. En ik droomde, dat ik hun harten at, die schuimden van bloed en bereid waren met honig.

"Maar, bout! waart gij het dan niet, die zoo op dat reisje aangedrongen hebt?" "Maar ik heb niet aangedrongen, om in een logement te gaan naast huizen die 's nachts uitbranden." Dit argument was te forsch voor den ouden Heer.