United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nauwelijks hadden zij een tiental passen achter zich, of zij zagen Winnetou staan, met den rug naar hen gekeerd, en met zijn geweer in den aanslag. "De wapenen neer, anders zal mijn toovergeweer spreken!" klonk een forsche stem; men wist niet waar vandaan, van boven naar beneden, of uit den grond naar boven.

Deze liet zijn oogen uitvorschend over de open vlakte gaan. Hij zat stellig bij zich zelf te overpeinzen, of het toch, in weerwil van dat gevaarlijke toovergeweer, niet mogelijk zou zijn, de vier blanken hier in zijn macht te krijgen.

"Neen; maar ik kan mijn toovergeweer niet alleen laten. Ik zou niet gaarne willen, dat er een ongeluk mee gebeurde. Gij weet dat het afgaat en de roode mannen kwetst, zoodra een ander het aanraakt." "Ja, dat heb ik gezien. Gij kunt het dus nu nog laten bewaken. Maar zoodra ik u gedood heb, zal ik het voorzichtig laten begraven of in het meer laten werpen, om het onschadelijk te maken."

Zoolang men hier bleef, kon het toovergeweer zijn onverklaarbare krachten doen gelden: dat was het eenparige oordeel; en daarom gebood de Groote Wolf, die daardoor zelf niet op zijn gemak was: "Bindt de gevangenen aan de paarden vast, en dan van hier opgerukt! Een booze geest heeft het toovergeweer gemaakt. Wij mogen hier niet blijven tot het zijn kogels op ons uitbraakt."

De geesten hebben het hem gebracht door de lucht! Raakt het niet aan, en raakt ook hem niet aan, want anders kost het u uw leven!" "Het toovergeweer, het toovergeweer!" hoorde men de stemmen der verschrikte Yampa-Utahs, daarginder onder de boomen. Shatterhand gebood den Wolf te zwijgen, en wendde zich nu tot Vuurhart.

"Dus, gij zoudt niet uw wapenen willen afgeven, en u ook niet laten binden?" "Neen, in geen geval!" "Oef! Dan zal ik u mijn laatste woord laten hooren. Als gij u niet daarmee vereenigt, zullen wij u hier belegeren, in weerwil van uw toovergeweer. Gij zult met ons opbreken naar het dorp; gij behoudt uw wapenen en uw paarden, en gij wordt ook niet geboeid.

Daar staan immers onze viervoeters, vier paarden, waarop wij verscheiden weken zullen kunnen teren. Maar zoo ver zal het nooit komen; wij zullen ons door uw cordons heenslaan. Ik ga voorop met mijn toovergeweer in de hand, zend u den eenen kogel voor en den anderen na, en dat ik goed weet te mikken, hebt gij gezien." "Wij zullen achter de boomen staan!"

Opeens weerklonk er beneden, waar de afgeslagen Utahs zich weer verzameld hadden, een geschreeuw. Terwijl de jager tusschen de Timbabatsjen stond, hadden zij hem niet goed kunnen zien; maar nu hij daar geheel alleen stond, herkenden zij hem, en hoorde men hen roepen: "Old Shatterhand! Het toovergeweer! Het toovergeweer!" Dat die man zich hier kon bevinden, was voor hen onbegrijpelijk.

Als gij het geweer nog eens aanraakt zal het minder goed afloopen. Wat mij betreft, kunt gij gerust uw gang gaan; maar ik moet u wèl op het hart drukken, dat de tweede kogel......" "Neen, neen!" riep de Roodhuid, terwijl hij met beide handen een afwerende beweging maakte. "Het is werkelijk een toovergeweer, en bestemd voor u alleen.

Het ravijn is daar zoo smal, dat er geen twee ruiters voor elkander kunnen uitwijken. Hij heeft er niet eens de hulp van zijn metgezellen noodig, en kan, met zijn toovergeweer, alleen verscheiden honderden Utahs tegenhouden. Als zij daar aangekomen zijn, kunnen zij niet voor- of achterwaarts meer, want wij zullen spoedig achter hen zijn.