United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tot mijne verwondering bespeur ik aan de poort der stad, dat ik met mijne dienaren en de bagage alleen ben: vergeefs zie ik om naar onze reisgezellen, de pelgrims naar het graf van den iman Rezza van Mesjhed.

Mijn beschermer heeft zijn eigenaardigheden. Overigens heb ik u gisteren nog niet alles gezegd. Wij allen namelijk, mijn drie reisgezellen en ik, hebben allen dezelfde eigenschappen. Niemand onzer heeft voor een kogel te vreezen! Wat? Gij ook al? Zooals ik u zeg! Gij eet dus ook koranbladen? Gij moet niet te veel vragen, want dergelijke geheimen verraadt men natuurlijk zeer ongaarne!

Toen wij, langs eene zeer steile helling, naar den oever van dat riviertje waren afgedaald, bevonden wij ons in eene zeer diepe kloof: althans voor zooveel wij dit, bij de twijfelachtige verlichting door het fantastische schijnsel der maan, konden beoordeelen. Als naar gewoonte, had ik mij van mijne reisgezellen afgezonderd, om mij ongestoord aan mijne indrukken te kunnen overgeven.

De Jood zuchtte diep. "Schenk mij ten minste," zei hij, "met mijn vrijheid, ook die van mijn reisgezellen! Zij verachten mij, als Jood; echter hadden zij medelijden met mijn ongeluk, en door zich op weg op te houden, om mij te helpen, is hun gedeeltelijk deze ramp overkomen; buitendien kunnen zij ook een gedeelte van mijn losgeld dragen."

Getergde Oryx-antilopen vallen hare tegenstanders woedend aan en trachten hen te kwetsen. Lichtenstein verhaalt, dat een zijner reisgezellen in de Groote Karroo-vlakte het geraamte van een Luipaard en dat van een Oryx naast elkander vond liggen: de bok had zijn gevaarlijken vijand met een hoornstoot gedood, maar was zelf bezweken aan de vroeger ontvangen wonden.

Joe hield zich stevig aan de ladder vast gedurende de hevige schommelingen die de ballon beschreef; vervolgens een voor de Arabieren onbegrijpelijk gebaar makende en met de vlugheid van een clown klimmende, kwam hij bij zijne reisgezellen, die hem in hunne armen ontvingen. De Arabieren slaakten een kreet van verwondering en woede.

Mijne beide reisgezellen zitten neergehurkt in het schuitje, het hoofd onder hunne reisdekens verborgen. Ik verzamel al mijne krachten en poog hen omhoog te tillen. Het gelaat van Sivel was zwart, zijne oogen waren gebroken, zijn mond half geopend en met bloed gevuld. De oogen van Crocé waren half gesloten en zijn mond vol bloed.

Zoo de reiziger slechts in geringe mate weet gebruik te maken van wat zijn ervaring hem heeft geleerd en zijn verbeeldingskracht hem voorspiegelt, zoo hij weet in te keeren tot zich zelf, en zich te onttrekken aan de storende opmerkingen van zijn reisgezellen, zal hij hier, zonder inspanning, het genot kunnen smaken van zijn droomen verwezenlijkt te zien, en nieuwe schoonheden voor het oog zijner verbeelding te doen oprijzen, een genot, dat hem de innigste geestelijke bevrediging zal verschaffen.

"Wij moeten eene laatste poging doen," zeide hij tot zich zelven, omtrent 10 uur 's morgens, "wij moeten voor de laatste maal een stroom in den dampkring pogen te ontdekken, die ons medevoert, wij moeten onze laatste hulpbronnen wagen." En terwijl zijne reisgezellen sluimerden bracht hij het waterstofgas van den luchtballon op eene hooge temperatuur; deze zette zich uit en steeg rechtstandig.

Men zou nu de reis kunnen vervolgen, die op zoo droevige wijze was geschorst. Toen zij de locomotief zag komen, verliet ook Aouda het station en vroeg aan den conducteur: "Gaat gij vertrekken?" "Terstond, mevrouw." "Maar die gevangenen, onze arme reisgezellen ... gij kunt niet wachten?" "Ik kan den dienst niet doen stilstaan," antwoordde de conducteur. "Wij zijn reeds drie uren ten achter."