United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen zijn verhaal uit was, wendde Regin zich plotseling tot den aandachtigen Sigurd, zeggend dat hij wist dat de jonge man den draak als hij wilde kon dooden, en vragend of hij bereid was hem te helpen het hem geschiedde onrecht te wreken. En hij sprak: Hebt gehoord gij, Sigurd? Wilt gij helpen een man die is oud Zich te wreken ter wille zijns vaders?

Regin had nog niets gekregen van al het goud, dat Fafner bij den dood van zijn vader medegenomen had, en hij zinde nog steeds op middelen om zijn deel machtig te worden. Siegfried nu kwam bij Regin en bleef bij hem wonen. Regin vertelde hem, dat Fafner de gedaante van een draak had aangenomen en in een hol op Gnitaheide lag.

Met dit zwaard sloeg Siegfried ook Regins aanbeeld doormidden. Dwerg Regin wist, dat Siegfried een geweldige held was en daarom spoorde hij hem aan Fafner te bevechten. Siegfried echter wilde dat niet doen, en zeide tot Regin: "Wat zouden de Hondingen lachen, die mijn vader hebben gedood, wanneer ik, de held, eerder werd gedreven om goud te bemachtigen, dan om mijn vader te wreken."

Bij koning Helperik nu, waar Siegfried was, kwam zeer dikwijls een zekere Regin, de zoon van Reidmar. Deze Regin was zeer sluw en geslepen en ervaren in vele dingen, en zoo klein van gestalte als een dwerg. Regin ging zeer veel met Siegfried om en leerde hem allerlei kundigheden.

Siegfried echter gaf Grani een wenk met het zwaard, als bliksems schitterden de teugels, die Regin eens bezeten had, en Siegfried reed door het vuur. Toen hij door het vuur gereden was en dichterbij was gekomen, zag hij een schildburcht, en hij ging er binnen en hij zag een man, die in volle wapenrusting lag en sliep. Siegfried nam hem den helm van het hoofd en zag dat het eene vrouw was.

Na den strijd sprak Regin: "Wat heeft Siegfried de vijanden van zijn vader vinnig in het vleesch gebeten! Daar is geen held zoo geweldig als hij, geen, die den grond ooit feller rood heeft geverfd, en grooter vreugde aan de raven gaf!" Toen Siegfried weer in zijn land was teruggekeerd, spoorde Regin hem opnieuw aan Fafner te bevechten.

De man zeide: "Wie rijdt daar op waterrossen over de hooge golven heen? Gij zult tegen den storm niet bestand zijn." Regin nu was met Siegfried uitgevaren en hij sprak tot den man: "Wij zijn hier met Siegfried en worden door den storm in den dood gedreven. De branding bruist over de boorden der schepen, onze waterrossen vallen neer. Wie vraagt dat?"

Zoo Regin sprak tot Sigurd: "van boete wilt ge vrij? Breng dan een vuur te zamen en braad het hart voor mij, Dat ik het eet' en leve, en zij uw meester en meer, Want daarin was macht en wijsheid en wetenschap weleer: Of anders ga uw pad met angst van de Lichtende Hei".

Op een winterdag, toen Regin en zijn leerling bij het vuur zaten, sloeg de oude man zijn harp en op de wijze der Noorsche scalden zong of droeg hij voor, in het volgend verhaal, het verslag van zijn leven. De schat van den dwergkoning. Hreidmar, koning van het dwergvolk, was de vader van drie zonen.

Regin was wijslijk op een afstand gebleven totdat alle gevaar voorbij was, maar, ziende dat zijn vijand was verslagen, kwam hij nu nabij.