United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij mijn overhaast vertrek van Khodsjend, waar ik gaarne langer had willen blijven, gaf ik mijn raïs zijn afscheid. De kolonel noopte mij, mijns ondanks, het geleide aan te nemen van drie Kozakken. De drie Kozakken gingen niet verder mede dan tot Naou, een klein versterkt dorp, schilderachtig op een heuvel gelegen, en waar een klein detachement in bezetting lag.

In zijn Temple de Bocace, een hol galmende hal van adellijken roem en ongeluk, laat Chastellain den grooten financier Jacques Coeur niet zonder een woord van verontschuldiging toe, terwijl de verfoeilijke Gilles de Rais er ondanks zijn ontzettende misdaden gereedelijk toegang vindt van wege zijn hooge geboorte.

Door de Bourgondische poort verlaat zij de stad: er wordt gevochten om de Bastille de Saint Loup, ten einde de aandacht van de Engelschen van den overtocht van het convooi af te leiden. Als de Franschen onder Gilles de Rais Jeanne zien naderen, juichen zij haar toe. Haar tegenwoordigheid geeft hun nieuwen moed en zal hun geluk aanbrengen.

Sommigen koopen in 't begin, omdat het "wel rais gaandeweg praiziger worden wil": anderen stellen het uit, in de hoop "dat het meeste volk zachies an of zel trekken" en de beste koopjes op 't laatst te doen zullen zijn. De secretaris doet zijn best om ten duurste te veilen, en de koopers om voor 't minste geld klaar te komen.

Ik ben op weg om de russische voorposten op te zoeken. Voor reismakkers heb ik twee gewichtige personages: de raïs en de biï van Toy-Tioubeh, de voornaamste stad van het district van Koeraminsk, ten zuiden van Tasjkend, op den weg naar Khodsjend. Wat een biï is, weet ge; de raïs is een soort van geestelijk ambtenaar.

Elk hunner verbergt zijn plan en drift om to koopen en zijne belangstelling om te zien onder het volmaaktste laconisme. "Zoo Jeepie!" zeit de een; "mot jij ook een parrekie hebben?" "Nou , jongen! ik kom mær rais kaiken!" "Nou" de boeren beginnen bijna alle volzinnen met dit woord: "Nou, der binnen zware parken genog bai; mær der is ook 'en partij die sluw binnen, hoor."

"Deer zou ik rais over denken!" zegt de vroolijke Hil. "Dag Doris! Wel thuis, meet! Val mær niet, hoor! En as je valt, Doris! al is 't ook nog zoo leet in den evend ...." "Nou; wat dan?" vraagt de koopman met een sentimenteelen lach. "Kom den hier, hoor; den zei 'k je ophelpen. Dag DORISbuur!" De maand Maart is in 't land, met hare gehate afwisseling van sneeuw, storm, en regen.

Nou, mær ik zagge den wel, dat 'et met Hil en Hain niet goed of zou komme, en ik zaide teugen 't waif: Waif, zaide ik, je kent 'et nog wel rais anzien, mær as 't nee main zin geet, dan mot de borst weg.

Den volgenden dag, den 8en, heeft de eerste aanval op Parijs plaats. Het is zeer waarschijnlijk, dat d'Alençon, Gaucourt, de Rais en de andere bevelhebbers, nog gemeend hebben, dat een ernstige aanval niet noodig zou zijn, en dat na eenig machtsvertoon en een soort schijnaanval de hoofdstad hare poorten wel zou openen.

In het algemeen had zich alle afschuw, vrees en haat over ongehoorde vergrijpen, ook die buiten het directe geloofsgebied lagen, uitgedrukt in het begrip ketterij. Monstrelet noemt bij voorbeeld de sadistische misdaden van Gilles de Rais eenvoudig "hérésie". Het gewone woord voor tooverij was in de vijftiende eeuw in Frankrijk "vauderie", dat zijn verband met de Waldenzen verloren had.