United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ik dit hoorde, stelde ik mij weer gerust. Toen de dag naderde, sprak hij: Meuccio, handel met God, want ik kan niet langer bij U blijven; en hij ging heen. Meuccio, die gehoord had, dat men daar beneden met peettantes geen rekening hield, begon met zijn dwaasheid te spotten, omdat hij er al velen ontzien had en werd nu verstandiger.

Meuccio zeide, dat hij dat graag wilde en toen Tingoccio van hem heen ging, dacht Meuccio aan de peettante; Nadat hij het hoofd een weinig had opgeheven, zeide hij: Nu herinner ik het mij, o Tingoccio: welke straf hebt ge daar gekregen voor de peettante, met welke gij, toen gij hier waart, geslapen hebt.

Tingoccio antwoordde: Verloren zijn de dingen, die niet worden weer gevonden en hoe zou ik hier kunnen zijn, als ik verloren was geraakt? O, zei Meuccio, zoo bedoel ik het niet, maar ik meen of gij onder de verdoemde zielen zijt in het wrekende vuur van de hel? Toen antwoordde Tingoccio: Zeker niet, maar ik verkeer wel wegens mijn zonden in pijn en angst.

Tingoccio waakte er voor die aan Meuccio toe te vertrouwen, daar het hem scheen de peettante lief te hebben en hij zou zich geschaamd hebben, als iemand het had geweten. Meuccio nam zich er voor in acht, maar omdat hij gewaar werd, dat zij Tingoccio behoorde.

Meuccio ontwaakte en sprak: Wie zijt gij? Hij antwoordde: Ik ben Tingoccio, die volgens den eed u gedaan, ben teruggekeerd om U nieuws te vertellen uit de andere wereld. Meuccio schrikte een weinig, toen hij hem zag, maar toch sprak hij gerust gesteld: Gij zijt welkom, mijn broeder. En toen vroeg hij hem of hij verloren was.

Deze Tingoccio bezocht eens met Meuccio zijn peettante, die een zeer schoone en begeerlijke donna was. Niettegenstaande het peetschap werd hij op haar verliefd en insgelijks Meuccio, dien zij ook zeer beviel en die haar door Tingoccio zeer had hooren prijzen. De een verborg die liefde voor den ander maar niet om dezelfde reden.

Er leefden dan in Siena twee jongelieden uit het volk, waarvan de een Tingoccio Mini en de ander Meuccio di Tura heette. Zij woonden bij de Salaja-poort, gingen altijd samen en waren zeer bevriend. Zij gingen veel naar de kerken en de preeken en hadden meermalen gehoord van hen, die stierven en van de glorie en van de ellende der ziel hiernamaals.

Meuccio vroeg in bijzonderheden aan Tingoccio welke straf zij voor elke zonde kregen. Tingoccio meldde die allen. Meuccio vroeg hem of hij iets voor hem doen kon. Toen antwoordde Tingoccio: Zeker, door missen voor mij te laten lezen, gebeden te doen en aalmoezen te geven, omdat die de menschen daar veel hielpen.

Daarom zeide hij: Als ik dit openbaar, zal hij jaloersch op mij worden en daar hij recht van spreken heeft, zal hij mij zoo hatelijk mogelijk maken en zoo zal ik nooit kans hebben haar te behagen. Nu gebeurde het, dat Tingoccio, wien het het gemakkelijkst viel zijn verlangen aan de donna te bekennen, zoo te werk ging, dat hij van haar genoegen had, hetgeen Meuccio merkte.