United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meuccio ontwaakte en sprak: Wie zijt gij? Hij antwoordde: Ik ben Tingoccio, die volgens den eed u gedaan, ben teruggekeerd om U nieuws te vertellen uit de andere wereld. Meuccio schrikte een weinig, toen hij hem zag, maar toch sprak hij gerust gesteld: Gij zijt welkom, mijn broeder. En toen vroeg hij hem of hij verloren was.

Daarom zeide hij: Als ik dit openbaar, zal hij jaloersch op mij worden en daar hij recht van spreken heeft, zal hij mij zoo hatelijk mogelijk maken en zoo zal ik nooit kans hebben haar te behagen. Nu gebeurde het, dat Tingoccio, wien het het gemakkelijkst viel zijn verlangen aan de donna te bekennen, zoo te werk ging, dat hij van haar genoegen had, hetgeen Meuccio merkte.

Deze Tingoccio bezocht eens met Meuccio zijn peettante, die een zeer schoone en begeerlijke donna was. Niettegenstaande het peetschap werd hij op haar verliefd en insgelijks Meuccio, dien zij ook zeer beviel en die haar door Tingoccio zeer had hooren prijzen. De een verborg die liefde voor den ander maar niet om dezelfde reden.

Meuccio vroeg in bijzonderheden aan Tingoccio welke straf zij voor elke zonde kregen. Tingoccio meldde die allen. Meuccio vroeg hem of hij iets voor hem doen kon. Toen antwoordde Tingoccio: Zeker, door missen voor mij te laten lezen, gebeden te doen en aalmoezen te geven, omdat die de menschen daar veel hielpen.

Omdat zij daaromtrent zekerheid verlangden, beloofden zij elkaar, dat wie het eerst van hen dood zou gaan, zoo hij kon, zou terugkeeren en nieuws zou vertellen aan hem, die overbleef, en dit bevestigden zij met een eed. Het gebeurde eens, dat Tingoccio peet werd van zekeren Ambruogio Anselmini te Campi Reggi, welke van zijn vrouw, monna Mila een zoon had gekregen.

Er leefden dan in Siena twee jongelieden uit het volk, waarvan de een Tingoccio Mini en de ander Meuccio di Tura heette. Zij woonden bij de Salaja-poort, gingen altijd samen en waren zeer bevriend. Zij gingen veel naar de kerken en de preeken en hadden meermalen gehoord van hen, die stierven en van de glorie en van de ellende der ziel hiernamaals.

Meuccio zeide, dat hij dat graag wilde en toen Tingoccio van hem heen ging, dacht Meuccio aan de peettante; Nadat hij het hoofd een weinig had opgeheven, zeide hij: Nu herinner ik het mij, o Tingoccio: welke straf hebt ge daar gekregen voor de peettante, met welke gij, toen gij hier waart, geslapen hebt.

Tingoccio waakte er voor die aan Meuccio toe te vertrouwen, daar het hem scheen de peettante lief te hebben en hij zou zich geschaamd hebben, als iemand het had geweten. Meuccio nam zich er voor in acht, maar omdat hij gewaar werd, dat zij Tingoccio behoorde.

Tingoccio antwoordde: Mijn broeder, toen ik daar aankwam, was er iemand, die mijn zonden uit het hoofd scheen te weten en mij beval op een plaats te gaan, waar ik in de grootste smart mijn schulden zou beweenen; daar vond ik vele metgezellen tot dezelfde straf als ik veroordeeld.

Tingoccio antwoordde: Verloren zijn de dingen, die niet worden weer gevonden en hoe zou ik hier kunnen zijn, als ik verloren was geraakt? O, zei Meuccio, zoo bedoel ik het niet, maar ik meen of gij onder de verdoemde zielen zijt in het wrekende vuur van de hel? Toen antwoordde Tingoccio: Zeker niet, maar ik verkeer wel wegens mijn zonden in pijn en angst.