United States or Qatar ? Vote for the TOP Country of the Week !


En daaronder lag de groene zee glad, peilloos diep, naar de kleur en helderheid te oordeelen maar niet levenloos. Hier krielde het van walvisschen, die speelden met hunne jongen; het ruischte van hun geblaas; boven den wijden waterspiegel dansten alom de fonteinen uit hunne neusgaten.

Daar krielde het van tjalken en sloepen, van boeijers en jollen en gieken, de eenen vastgesjord aan den wal, de anderen in het midden der rivier voor anker liggend, de meesten op geringen afstand der brug aan de stevige ducdalven bevestigd, die 's winters, wanneer de ijsgang kwam, ernstiger proeven van hunne weerstandbiedende kracht zouden moeten leveren dan die, waarmede zij nu volstaan konden.

Doch daarginds, waar het krielde van russische prinsen en hongaarsche magnaten, twintig maal rijker en aanzienlijker dan hij, maakte hij met zijne schelvischoogen en zijn onverbeterlijk hollandsch accent zulk een beklagelijk figuur, dat hem niets anders overschoot als zich in de armen van den =demi-monde= te werpen.

Waar uit eerst quaad nadenken, doe haat, nyd en eindelyk openbaare vyandschappen en moorderyen onder de Edelen ontstonden: het land wierd in tweeën verdeelt; die van Oostergo gaven de anderen den naam van Schieringers, om dat hunne landstreek, in broekig en waterachtig land bestaande, en hunne meeste kostwinning en handel in de visscherye van Schiere Aal, alwaar 't alomme van krielde, bestond of gelegen was.

Onder het uiten van dankzeggingen en met blij gemoed, verlieten de schepenen en hun gevolg de Loove. Het middelplein van den burg krielde van volk, zelfs tot aan den voet van den toren; want ieder wist dat de Kerels, sedert den dood van Burchard Knap, nooit meer op ongewapende poorters schoten. De schepenen deelden aan de menigte de goede woorden des konings mede.

Maar in de halvemaanvormige schaduw, in het natgespoten strijdperk, krielde het van mannenvolk, een groote, bewogen menigte met blondblauwe plekken weêrschijn op bollen van hoeden en op bovenvlakken van schouders; golvingen van gedempt licht en bleeke glimglansen gleden er heen en weêr, om saâm te loopen met de vleeschtonen der koppen; en dan trad er een van uit het donker in het licht, met een plotseling opvlammen van zijn kleuren en een ander volgde of deinsde weêr weg in de schaduw, tien, twintig tegelijk, zich ontwarrend en weêr terugwarrend in den hoop, gaande en komende van dezelfde richting, van de poort die links stond.

Daarenboven, de gansche hofhouding des graven, benevens een honderdtal ridders met hunne talrijke wapenknechten, waren er dien morgen aangekomen, zoodat het in de straten krielde van allerlei lieden, en de stad een voorkomen aanbood alsof een leger er zich, te midden eener kermis, tot den oorlog bereidde.

Des namiddags en tot laat in den avond, krielde de herberg van dorpelingen en boeren, die, met verschriktheid op het gelaat en met zichtbaren eerbied, het ei in de hand namen, en over het onbegrijpelijk voorval redekavelden.

Reeds van in den vroegen morgen krielde de stad Veurne met lieden die zich uit alle gewesten van Kerlingaland zich derwaarts hadden begeven, en nog zag men elk oogenblik groote overdekte wagens voor de bijzonderste herbergen stilhouden. Niet al deze bezoekers waren geroepen, om als afgevaardigden der Ambachten in den Hoop te zetelen.

Zeer lang reeds, ja van in den vroegen morgen zelfs, werden zij afgewacht door de bevolking van Brugge en der omstreken, die vroolijk en luidruchtig over de Markt krielde waar de graaf met plechtigheid en met vreugdebewijzen zou worden onthaald. Bovenal verdrong zich de menigte rondom eene houten stelling die men te midden van het plein had opgetimmerd.