United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij droegen het op goudomrande schilden en brachten het in Goedroens zaal. Des avonds zaten de koningszonen bij elkander, en dronken veel en voerden vroolijke gesprekken. En Brunhilde was bij hen. In haar zaal echter zat Goedroen bij Siegfrieds lijk. Zij weende niet en sloeg niet de handen in elkaar en weeklaagde niet zooals andere vrouwen. Zij waakte bij Siegfried en was vol van smart.

Wel vergt men van de koningszonen, dat zij met vrouwen uit hun, dat is het geslacht der Achaemeniden huwen; maar de Perzen hebben eene onbegrensde voorliefde voor al wat vreemd is, en zullen, verrukt over de schoonheid uwer kleindochter en zeker uit genegenheid voor Bartja, de oogen sluiten, en deze zonde tegen het oude gebruik lichtelijk vergeven, te eerder daar de onderdanen niets mogen inbrengen tegen alles, wat de goedkeuring des konings wegdraagt.

Een ander deel is geheel zijn eigen vinding, namelijk de gebeurtenissen aan het hof, waartoe hij de valsche koningin en haar zoon Cloten in het leven riep; evenzoo heeft hij de lotgevallen der koningszonen uitgedacht, want Holinshed's kroniek vermeldt alleen hun namen en zegt overigens niets meer, dan dat de oudste zijn vader is opgevolgd; van Belarius of Morgan is daar geen sprake.

Hij sloot daar een verbond van bloedbroederschap met de koningszonen Goenther en Hagen, en trouwde met hun zuster Goedroen. Daarna reed hij met Goenther en Hagen en vele mannen uit om Brunhilde te werven, die boven op een berg in een burcht woonde, welke geheel met vuur was omgeven. En dit was geschied toen Wodan haar straffen wilde. Want eens waren twee koningen met elkander in strijd gewikkeld.

Maar met dit frivole realisme mengt zich, evenals bij Chrestien, overal in de Artus-romans een sentimentele vrouwenverering en een hooggespannen gevoel van riddereer. Drie broeders, koningszonen, rijden het bos door en de één vraagt de ander wat hij doen zou als zij nu de schone dochter van de waard bij wie zij 's nachts gelogeerd hadden, eens alleen in het bos aantroffen.

In het land ging toen de sage van het »Doornenroosje«, de schoone, slapende koningsdochter; en dikwijls kwamen er koningszonen, die door de haag in het slot wilden dringen. Maar het was hun niet mogelijk, want de takken hielden zich, als met handen, gegrepen, en de jongelingen bleven aan de doornen hangen en moesten jammerlijk sterven. Na lange, lange jaren trok weêr een koningszoon door het land.

Hem vertelde een oud man van de doornhaag; daarachter zou een slot zijn, waar een wonderschoone koningsdochter, het »Doornenroosjezou slapen; en met haar het geheele hof. Hij wist ook van zijn grootvader, dat veel koningszonen al in de haag gedrongen waren, maar zij waren er ingebleven en een jammerlijken dood gestorven.

La Marche zegt, dat het dikwijls gebeurt, dat er bij 't schaakspel geschillen rijzen, "et que le plus saige y pert patience" . Twist van koningszonen over een spel schaak was in de 15de eeuw nog een even gangbaar motief als in de Karelromans. Er was in het dagelijksch leven voortdurend een onbegrensde ruimte voor gloeienden hartstocht en kinderlijke fantazie.