United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sommigen zijn gemeen, ook de beste dikwijls dartel, Vondel is af en toe van gloeienden hartstocht en bij Hooft slaat ook soms, zegt Kalff, »de vlam der gezonde zinnelijkheid uit«. Verbood ons bestek het ons niet, wij zouden gaarne van 't schoonste afschrijven, zooals van Vondel op de bruiloft van J. Linnich en Kathar. de Vries: »Hoogste wijsheid, wiens beleid D'eeuwigheid Van het menschdom door het paren Handhaaft, en met volle vreugd Onze jeugd Zegent onder 't zoet vergaren...«

Ik bedoel hier niet de historische waardeering, die het profane en geestelijke lied ruimschoots gewerd door den voortreffelijken arbeid van Kalff, Moll, Acquoy, De Vooys, Knuttel en anderen. Ook kunnen wij niet ontkennen, dat het Hoffmann von Fallersleben is, dus een Duitscher, die hier te lande de belangstelling in onze eigen vaderlandsche liederen heeft gaande gemaakt.

De dichtkunst werd slecht betaald en het gevolg was, dat de poëten soms op thans minder gebruikelijke wijze geld uit hun verzen trachtten te slaan, b.v. door zich onder de hoede te stellen van een Maecenas, of door het vervaardigen op bestelling van gelegenheidsgedichten. Een eigenaardig voorbeeld van exploitatie der dichtkunst deelt Prof. Kalff mede: de dichter Jan Jansz.

Terloops zij hier even opgemerkt, dat met deze beperking: niet "in naturen", Ruusbroec de opgaande lijn zijner mystiek breekt en haar verhindert den top te bereiken, waarheen de groote mystiek van heel de wereld altijd heeft gestreefd. Of zijn rede hem hiertoe bewoog, zooals Prof. Kalff zegt, en niet veeleer de Roomsche kerkleer?... De Middelnederlandsche Beatrijs

Ik heb toen voor 't eerst die malle woorden gebruikt, en daar is een storm van lol over opgegaan. Ik geloof dat 't toen Prof. Kalff is geweest, die daar met een ernstig gezicht een betoog over heeft gehouden. Moet dat niet zijn: "bil-wippend" en "heup-wiegend?"

Men vergelijke hiermee het jagen van den rooden hoan op de spinningen in zuidoostelijk Brabant, I, bl. 273. Van de aftelliedjes, voor wier beteekenis en belang ik verwijs naar Kalff, Het lied in de Middeleeuwen, bl. 547, vermeld ik er hier twee, behoorende tot de meest gebruikelijke typen.

Dankbaar zeer zeker zijn wij de hedendaagsche dichters in den volkstoon: Heve, Dautzenberg, René de Clerq, Rodenbach; dankbaar aan degenen, die werkten tot herleving, althans der waardeering van wereldlijk of geestelijk lied: Hofmann V. Fallersleben, Van Duyse, Bols, Kalff, Knuttel, Coers, Roes, en aan de vele andere wakkere voormannen, die door woord en aktie, ik denk aan het volksorgel den gezonden volkszang trachten te bevorderen.

Museum Catsianum, door de Jonge van Ellemeet, 2e vermeerderde uitgave, 1887. H. Jansen Marijnen, Jac. Cats, een mislukt eerherstel, in Studieën LXXIV 497. Buitenrust Hettema, Van Lennep op Kongressen in Nieuwe Gids 1910, bladz. 411. De oudere literatuur vindt men bij Kalff, a. w.

Gelukkig, dat er nu een Commissie voor de Monumenten vanwege het Rijk is opgericht, die een oog in het zeil zal houden en steeds op haar qui vive wil wezen, en waarvan de heer De Stuers voorzitter is, terwijl actieve mannen als de heeren F. A. Hoefer en J. Kalff er leden van zijn.

De oproep ging uit van de heeren graaf Bentinck, Dr. P. J. H. Cuypers, F. A. Hoefer, J. Kalff, Mr. S. Muller Fzn., Jhr. Mr. A. Röell, Jhr. Nedermeyer ridder van Rosenthal, baron Schimmelpenninck, Mr. J. J. S. baron Sloet, Jhr. Mr. G. Wttewaall van Stoetwegen, Jhr. Mr. Victor de Stuers en Dr. J. S. van Veen.