United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Volgens een onzer grootste hedendaagsche Nederlandsche folkloristen, dr. Jos. "De weerwolf-mythen," schrijft hij, "hebben alle Indogermaansche volken gemeen." Ook vrouwen, die op heksachtige wijze op een bezemsteel gaan zitten, kunnen weerwolven worden. Zelfs de heksen moeten het in dat opzicht tegen hem afleggen.

Maa isänmaamme suomenmaa, Sei sana kultainen! Ei laaksoa, ei kukkulaa, Ei vettä, rentaa rakkaampaa, Kuin kotimaatää pohjainen Maa kallis isien. On maamme köyhä, siksi jää Jos kultaa kaipaa ken. Sen kyllä vieras hylkäjää, Mut nuillekallein maa ontää Kauss' salojen ja saarien Se meist on ultainen. O, land, o vaderland, Klink luid, gij dierbaar woord!

Buiten de genoemden vond Grotius te Leiden nog zijn vriend, den bekenden Jos Scaliger, benevens Luc. Trelcatus, Paulus Merula, Rudolfus Snellius, Carolus Clusius en Bonaventura Vulcanius. Huig de Groot was een dankbaar leerling geweest.

Deze uitspraak kan men dikwijls van oningewyden hooren. En deze geheel verkeerde uitspraak is zelfs wel in de schrijftaal overgegaan. Nevens Wtterwulghe en Utterwulghe is er ook een tak van dit aloude zuidnederlandsche geslacht, dat zynen naam als Witterwulghe schrijft. In het belangryke werk van Jos. Die naam staat daar vermeld als Arnold in gen Esschenbroek.

Bismarck en Gambetta konfereerden door bemiddeling van de ambassadeurs over de belangen van Europa. Hoe was het mogelijk, dat zij dien dommen Berlage genomen had! In Rusland werd dagelijks de vrees grooter voor uitbarstingen tusschen de joden en de boeren. Zij had mooie rooye lippen, die Emilie. Het jonge Italië, dat ... Ben je daar nog, Jos? kreunde fluisterend uit het bed. Jozef stond op.

Bij de bezichtiging der kerk wijden wij onze aandacht aan het fraaie koperen koorhek, in 1412 door Graaf Engelbrecht I geschonken. De prachtige, hoewel erg geschonden doopvont is door Jos. de Backer, uit Antwerpen, in 1540 gegoten.

Uitgeput, erg uitgeput ... Zij bleef roerloos liggen en zeî daarna, hartelijk, angstig, langzaam, de zeurige woorden, die pas bevallen vrouwen spreken: Jos, ik weet niet hoe 't af zal loopen, maar mocht ik dood gaan, zorg dan goed voor ons kind! Als ik kon, dan zoû ik het je knielend vragen. Maar beloof 't me, Jozef, maak, dat hij godsdienst heeft ... Be-loof 't me ...

Hierover hebben ook Dr. Jos. Schrijnen, in zijn hoogst belangrijk boek over "Nederlandsche volkskunde", Prof. J. H. Gallee in zijn werk over "Het boerenhuis in Nederland en zijn bewoners", en Prof. L. Bolk in zijn verhandeling over "De bevolking van Nederland in haar anthropologische samenstelling", hun zienswijzen en de resultaten van hun studiën neergelegd.

Over 't algemeen slijt de d, in alle nederlandsche tongvallen, zeer licht weg, en vooral ook na zoo'n dreunenden neusklank. Nog in eene andere oud-limburgsche oorkonde, van den jare 1447, die vermeld wordt in Jos. Op gen staat hier voor op den.

Zij herinneren, evenals die op -woud, -holt, -loo, -horst, aan het feit, dat zoovele oude nederzettingen werden gevestigd aan den rand van een bosch. Langzamerhand werden de boomen gerooid en het land omgeploegd, en aldus voor bouwland geschikt gemaakt, en zulk land heette rode of rade. Zie over dit onderwerp vooral Gallée, Nomina Geographica Neerlandica II, bl. 32 vlg., III, bl. 348, 352; Jos.