United States or United Kingdom ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij was ongetrouwd, vroolijk van aard, overal een welkom gast en een man met een echt jongenshart, waarmede ik bedoel, dat hij veel van jongens hield en hun dikwijls een genoegen deed. Deze heer Denappel nu was het, die Bob geroepen had. »Dag mijnheerriep Bob, toen hij hem zag. »Zoo, Wild Bobje, kom jij eens hiegBob kwam.

Daar lei ik vast en zeker altijd aan. Want daar was behalve 't pittoreske der omgeving, iets dat mijn achttienjarig, frisch-en-vurig jongenshart vol romantische illuziën onweerstaanbaar boeide; en dat was Tieldeken, de dochter uit 't Gemeentehuis!

"Jongmensch, toen ik voor het eerst de eer had kennis met je te maken, gaf je me een slag in 't gezicht: nu eisch ik voldoening!" en daarmee pakte de lange oom het kleine neefje op, zwaaide hem in de lucht en hield hem boven zijn hoofd, op een manier, die zijn waardigheid evenzeer benadeelde als ze zijn jongenshart verblijdde.

Zijn verschijning bracht teekening in het brokje leven. Waarom moest nu die man zoo'n brombeer zijn. Had hij vriendschap met ons gesloten, hij zou eens ervaren hebben, wat jóngenshulp beteekent. We zouden stellig, uit eerbiedvol medelijden met zijn dikte en diepe zuchten, heel wat voor hem gesjouwd hebben. Maar nu hij maakte vrienden tot vijanden. Hij verstond het jongenshart niet.

De kleine prins George von Anhalt, een jongen van pas twaalf jaar, die te Leipzig studeerde, was ook onder de toehoorders geweest, en had er, op een van de voor het Hof bestemde zetels, met alle aandacht geluisterd. Een groote dorst naar kennis, en vooral naar waarheid, leefde er in dat jongenshart. »Een vorst past geen leugentaalwas een van zijn leuzen.

Maar die heerlijkheden brachten we mee in ons eigen jongenshart. Het vuil zagen we niet, den stank roken we niet aan zulke nesterijen raakt een mensch gauw gewoon en alles lag overdekt door den glans onzer verbeelding, de heele atmosfeer was doortrokken van gelukszon. Jeugd is zaligheid, mits ze vrijheid hebbe. En die vrijheid hadden we, namen we, op straat.