United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


MOZES, hoedende zijne schapen aan den berg Horeb, spreekt: Weidt hier, mijn beestiaal ! weidt hier, mijn tierig vee! Golft hier om dit gebergt', mijn witgewolde zee! Och, of met dezen staf mijn jaren henen slipten! Die staf mij waarder dan de scepter van Egypten; Of ik mijn dagen sleet in deze weide schoon, Veel heugelijker als 't gewelf van Memfis troon!

De God van Abraham op Farao begeert, Dat hij van 't juk ontsla en buiten de limieten Egypti trekken laat de slaafsche Israëlieten, Dat zij hem mogen doen een offerande, vrij Van 't heidensche gezicht, die hem behaaglijk zij; Daar Horeb 't voorhoofd bergt ten hemel in de wolken; Dus oorlooft nu 't vertrek aan al d' Hebreeuwsche volken.

Gij zingt al eenen zang, gelijk de koekoek doet, En of gij slaven trokt, om uwen God te spijzen, Daar Horeb met zijn spits ten wolken gaat oprijzen, En of mijn Majesteit gedoogde goedertier, Dat gij opstijgen deed 't afgodisch offervier Uit der woestijnen schoot, om ik en weet wat Goden Vermaken , met het bloed des altaars opgezoden, Zoudt gij mij zweeren dier te keeren al met vliet Ter plaatse die gij met verlof te rugge liet: Of veinst gij mij den tocht dien gij hebt voorgenomen?

Ik zag duidelijk een hoogen berg, die boven de kaap uitstak; het was de Horeb en de Sinaï op wiens top Mozes God van aangezicht tot aangezicht had gezien, en dien men steeds voorstelt als door bliksemstralen omhuld. Om zes uur ging de Nautilus, dan eens op, dan onder het water, voorbij Tor, dat achter in een baai ligt, welker water rood gekleurd schijnt, zooals de kapitein reeds gezegd had.

Dus loopt nog in 't gemoet des Hemels Koning preutsch , Terwijlen hij u dreigt, zoo houdt u buiten scheuts Van mijnen stalen boog, die weder is gespannen; En oorlooft onzen tocht, dat de Israelietsche mannen Op Horeb smooken doen hun altaren bebloed.

Zoo ruischte zij den profeet in de ooren, op den top van Horeb, waar hij stond en den Heer verbeidde. Doch de Heer was in den wind niet. En na den wind, eene aardbeving; de Heer was ook in de aardbeving niet. En na de aardbeving, een vuur; de Heer was ook in het vuur niet. En na het vuur, de stemme eener zachte koelte.

Luister naar hetgeen mij de bijbel leert: de mensch die Gods geheimenissen wil doorgronden is als de beesten waarvan MOZES spreekt, die gesteenigd zullen worden als zij den Horeb beklimmen. Ook ik ben overtuigd, herneemt MARTIJN, dat alle engelen samen de Godheid niet zouden kunnen omvatten; doch leer mij zooveel mijn door de zonde verzwakt verstand kan bevatten.

Dat Horeb eeuwig staat Gerezen onder 't maanschijn, En tuigt wie heeft gedwaad De tranen van ons aanschijn. Mensch-stappen zullen eer Des hemels cirkel meten, Dan hunnes konings eer Israël zal vergeten. Den Engel maakt het spoor, O, laat ons niet verslappen, Ons leidsliên treden voor, Wij volgen hunne stappen. FARAO de koning. ALBINUS, veldhoofdman met zijn heirleger.