United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In een merkwaardig stuk Van drierehande lyden heeft de Noordnederlandsche dichter WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH ons een man geschetst, wien het slecht vergaat, omdat hij zich van zijne magen afzondert. Hij is trotsch als een baron, hoewel hij slechts "maet van goede" is. Zijne magen ergeren zich daaraan, maar hij geeft niet om hun raad.

Hij handelt dan over de trouweloosheid en de kijfzucht der vrouwen, de wellustigheid der mannen; ontraadt zijn publiek, een dief van de galg te bevrijden; hij wekt den dommen mensch op, God te erkennen in Zijne kracht en Hem steeds te dienen . In den roman van Couchi vinden wij evenzoo b.v. een uitval tegen het ridder worden zonder den ridderslag; over den ootmoed, die de vrouwen past; eene bespiegeling over "een crudekijn, heet nijt", in den geest, waarin later WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH zal spreken "van enen cruut ende hiet selve".

Ridderschap, geestelijkheid en de gemeenten waartoe men ook de landbouwers kan rekenen, vormden de drie groote bestanddeelen der bevolking van al deze gewesten. Een dichter der 14de eeuw, WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH, spreekt dan ook "van der drierehande staet der werelt" en bedoelt daarmede: ridders, geestelijken en huislieden .

Ook al voegt men bij deze weinige historische liederen eenige politieke gedichten van dezen tijd, zooals de Jammerliche Clage over den dood van graaf WILLEM IV in Friesland, een onbeteekenend gedicht op JAN III, hertog van Brabant, een stuk van WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH over het ontstaan der Hoeksche en Kabeljauwsche twisten en een paar andere welk een onvolledigen en zwakken indruk krijgen wij dan nog van die gewichtige 14de eeuw!

zegt WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH . In een stuk van een onbekend dichter uit dezen tijd zien wij, hoe de titelzucht ook toen reeds de burgerij had bevangen.

Het is waar dat HILLEGAERTSBERCH hier waarschuwt tegen het losmaken van den band der maagschap, doch uit die waarschuwing zelve blijkt, dat de dichter dezen nieuwen trek in het volksleven had opgemerkt en gewichtig genoeg achtte om er de aandacht van zijn publiek op te vestigen.

Een paar sprekers, AUGUSTIJNKEN en zekere COLPAERT indien deze tot de sprekers gerekend mag worden kenden Latijn; WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH daarentegen, toch een aanzienlijk spreker, kent het niet.