United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De drie gebroeders zien hen wel, en begrijpen volkomen hun doel. Zij springen onmiddellijk overeind, schuiven de scherpe patronen in het slot hunner geweren en plaatsen zich als een muur voor Zeger, hun broeder. Ja waarlijk, dat zijn de Jansen's! Dat zijn de leeuwen der wildernis. Er ontstaat een geweldig rumoer. De goudkoningen, die reeds aanwezig zijn, rillen van angst.

Aan de rechterzijde, vooraan, zaten de machthebbers der eeuw, de goudkoningen, die als arme jongens in de Transvaal waren gekomen, en thans over millioenen beschikten. En op hun voorhoofd stond geschreven: »Dat trotsche gebouw van onze macht en onzen rijkdom hebben wij het niet gebouwd?" Marling werd door eenige kennissen begroet, en nam plaats naast den langgebeenden Amerikaanschen inspecteur.

Hij is op zijn Europeesch uitgedost. De lange panden van den jas, dien hij van een reusachtigen koetsier, in dienst bij een der goudkoningen, die hier wonen, heeft geschacherd, raken bijna den grond, en terwijl de ééne broekspijp buitensporig laag hangt, werkt de andere met succes de hoogte in.

Er ontstond een woest tooneel, en een groep heeren, waarschijnlijk beneveld door het gebruik van te veel champagne, wilden den moedigen spreker te lijf. Maar de lange Amerikaan snelde Marling te hulp. »Past op," riep hij tot de aangeschoten goudkoningen, »past op, want morgen zou het in de krant staan, dat twintig beschaafde heeren als een bende dronkelappen op één man zijn aangevallen!"

»En ik zal tachtig Kaffers wapenen," riep één der goudkoningen. »En ik honderd en twintig!" riep een ander. »Wat?" riep Marling vol verontwaardiging: »Mijnheer de Voorzitter ik verzoek het woord!" »Gij zijt nog niet aan het woord!" »Goed, ik zal wachten!" Nog twee personen traden op en bepleitten de revolutie. Na hen verkreeg Marling het woord.

't Is een verrader!" brulde het fijne publiek. »Ja, verraders zijn hier bij de vleet!" riep hij vol bitterheid, »verraders van het recht!" »Als Cecil Rhodes president is der Transvaalsche Republiek," zeide een der goudkoningen, »dan jagen wij dezen dweeper met zijn Boeren de wildernis in!" Nog eenmaal trachtte Marling het publiek tot bezinning te brengen.