United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Haar hooge torens staan te stralen, warm in de gloeiende zon, als de minaretten eener oostersche citadel; haar vreemde geluiden gonzen in uw ooren; haar eigenaardig silhouet verandert zienderoog van een vage mengeling van glinsterende, hooge huizenbrokken in een geregelde, imposante rij van winkel- en kantoorgebouwen, welker architecten iets beters voortbrachten dan ze zelf hadden bedoeld.

De vleugels gelijken in uitgespreiden toestand op een halve maan; hun beweging is zoo snel en hevig, dat zij meer aan het gonzen van Insecten en Kolibries herinnert dan aan den vleugelslag van een Vogel.

Deze en en honderd andere uitroepen gonzen den reizigers onophoudelijk om de ooren, terwijl hij tusschen allerlei gevaar opleverende dieren en ruiters, tusschen straatkarren, lastdragende Kameelen, wagens en voetgangers door rent.

De eerste vlucht der darren is een gebeurtenis van gewicht in den bijentuin. Het gewone gonzen gaat eigenlijk het geheele jaar door; op iederen zonnigen middag, wanneer de temperatuur tot 45° of 50° stijgt, zijn de korven het middelpunt van een kleine groep zangers; het is alleen het volume van het geluid dat met de lengende of kortende dagen versterkt of verzwakt.

De pijpen werden nog eens aangestoken, en de pret begon opnieuw. Maar of het nu kwam door den rook, door het bier of door de vermoeienissen van de reis, ik en weet het niet, doch dat weet ik wel, dat ik op het laatst wat hoorde gonzen en babbelen; maar ik sliep eindelijk zoo vast, dat men wel een kanon aan mijne ooren had kunnen afschieten eer ik wakker was geworden.

De stem van den dar is dieper en schorder dan die van de werkbij, tengevolge van zijn grover lichaamsbouw en zijn luider gonzen wordt verklaard door het grootere oppervlak van zijn vleugels. De koningin heeft, terwijl zij vliegt, ook een diepere en meer schorre stem; maar daarbij heeft zij nog een eigen geluid, aan alle bijenkenners de geheele wereld over zeer vertrouwd.

Er is haast iets spookachtigs in zulk een zwerm, zooals zij daar hangt, zachtjes heen en weer zwaaiend in de zon, een dood onbewegelijk ding, waar alleen maar een paar enkele bijen omheen gonzen.

In de diepte ziet men reusachtige bessenboompjes; in een der hoeken is een perzikboom even hoog opgeschoten als een eik; in het midden werpt een korte laan van lindenboomen haar schaduwen af, het is een lommerrijk plekje, waar de ouden van dagen in den zomer hun pijp komen rooken. De zon is brandend, de sprinkhanen schrikken op, gouden vliegen gonzen vol vreugde in de warme lucht.

Deze arbeid eischte bij de werklieden een zeer groote handigheid en onafgebroken oplettendheid; meer dan een werd bij het arbeiden onder de schijf gevaarlijk, enkelen zelfs doodelijk, gewond door vallende rotsblokken; maar de ijver verflauwde geen oogenblik en de arbeid ging dag en nacht door; daags onder een hitte, eenige maanden later van 40° C, in die kale vlakte; bij nacht bij electriek licht, onder het getik der houweelen op den rotsgrond, het donderend geraas der vallende stukken, het gonzen der machines, terwijl onophoudelijke rook- en dampwolken mensch en dier in den geheelen omtrek schrik aanjoegen.

Tusschen slaap en wake kwam het ons wel voor als een ver onweer, een staag gerommel van donder, waar wij aan wenden, dat ons plots weer opviel, bij 't ontwaken, en, in de duizeling, ons voorkwam als het gonzen van de lucht zelf.