United States or Mauritius ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar ik niet in Frankrijk kon blijven en Vitalis opzoeken, droeg ik aan Barberin die taak op en gaf hem het geld, dat hij noodig had om naar Parijs te komen. Tevens verzocht ik hem, de rechtsgeleerden, aan wie ik mijne zaken in handen had gegeven, de heeren Greth and Galley, kennis te geven, als hij u gevonden had. Mijn eigen adres gaf ik hem niet, omdat wij alleen 's winters in Londen wonen.

Hij luidde: "Lieve vrouw! "Ik lig in het gasthuis, zoo ziek, dat ik niet geloof, dat ik er van op zal komen. Als ik er de kracht toe had, zou ik u vertellen hoe het gekomen is, dat ik zoo ziek ben geworden; maar dat kan tot niets leiden; liever deel ik u mede wat van meer belang is. Als ik er niet van opkom, schrijf dan aan Greth en Galley, Green square, Lincoln's te Londen.

14 ditto, des morgens vrouch waren sij altsamen after in ons vaerwater; 't was stilletgens; den Spaenschen admirael liet hem van de galley bouchsaerden om in onse vloot te comen, dewyl d'ander scheepen haer best deden met seylen, die te mets van achteren aen quamen; derhalven siende wij nu dattet met seylen hun niet verder ontleggen conden, maer dat sy ons seeckerlyck opt lyff geresolveert waren te comen, soo worden by den commandeur ende raet mannelijck geresolveert dat wy onse schoverseijls in den bant souden nemen, de blinde reen onder de bouchspriets haelen ende soo haer met couragie in te wachten; oock wert geresolveert, alsoo het jacht Victoria voor wint qualijck beseylt is ende de macht vande galley, soo die op hem aff quam, niet soude connen wederstaen, dat sy dan in wtterste noot synde ende niet connende ontcomen, 't jacht in den brant souden steken oft in den gront hacken, ende dat alsdan met hun volck in een vande schepen souden vluchten ende hun soo salveeren; tot dien eijnde worde hem den tingal vant wapen van Hollandt bij gevoucht om 't volck in een reys te mogen voeren. De sonne alsnu ontrent S. S. Oost synde, quam den Spaensen admirael op de wint veringh van Noort Hollandt, die wy meenden after do N. Hollandt om soude loopen om ons schip, 't Wapen, te abordeeren (schietende ondertusschen 3

Op al die vragen waarom en hoe, had ik maar één antwoord, dat zelf eene vraag was: Waarom zou de familie Driscoll mij gezocht hebben, als ik haar kind niet was? Waarom zou zij geld gegeven hebben aan Barberin en aan Greth and Galley? Mattia verklaarde, dat hij het niet beantwoorden kon. Maar toch gaf hij zich niet gewonnen.

Wij reden nog maar altijd voort; het was al lang geleden sinds wij Greth and Galley hadden verlaten en dit versterkte mij in de meening, dat mijne ouders buiten woonden; ongetwijfeld zouden wij weldra van de enge straten in de vrije natuur komen.

Er waren vier kinderen in het vertrek, twee jongens en twee meisjes, allen blond, van hetzelfde vlasblond als hunne moeder. De oudste knaap kon ongeveer elf of twaalf jaar zijn; het jongste der twee meisjes was op zijn best drie jaar; het kroop meer dan het liep. Ik had dit alles met een enkelen oogopslag overzien vóór dat onze geleider, de klerk van Greth and Galley, nog had uitgesproken.

Toen volgde er nogmaals een gesprek of liever een twist tusschen koetsier en klerk. Mattia zeide, dat de koetsier weigerde verder te gaan, omdat hij den weg niet kende; hij vroeg inlichtingen aan den klerk van Greth and Galley en deze antwoordde weder, dat hij nooit in deze dievenwijk was geweest. Ook ik verstond nu duidelijk het woord thieves. Wij waren blijkbaar hier niet in Bethnal-Green.

Toen verzocht ik Mattia, aan onzen geleider te vragen of wij niet spoedig bij mijn ouders zouden zijn; het antwoord van Mattia was wanhopend. Hij beweerde, dat de klerk van Greth and Galley gezegd had, dat hij nooit in dit dieven-kwartier was geweest. Ongetwijfeld moest Mattia zich bedriegen en begreep hij niet wat deze hem had geantwoord.

Daarop volgde ik Mattia weder en wij stonden stil voor eene koperen plaat, waarop men las "Greth and Galley." Mattia deed een paar schreden voorwaarts om aan de schel te trekken, maar ik hield zijn arm terug. Wat hebt ge? vroeg hij. Gij ziet zoo bleek. Wacht een oogenblik, tot ik al mijn moed bijeengezameld heb. Hij schelde en wij traden binnen.