United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe dikwijls zij er heen ging, weet ik niet, doch op zekeren dag volgde ik haar, en juist toen ik binnenkwam, ontsnapte Fairbaim over den tuinmuur, lafbek die hij was. Ik zwoer mijn vrouw, haar te zullen vermoorden, als ik haar weer in zijn gezelschap aantrof en nam haar mee naar huis, snikkende en bevende en wit als een stuk papier.

Niemand dan Alex Fairbaim was het, wiens stap zij gemeend had te hooren. Als ik hem toen had gezien, zou ik hem vermoord hebben, want ik was altijd een dolleman, als mijn drift was opgewekt. Mary zag het onheilspellend licht in mijn oogen en zij kwam op mij toe en legde haar hand op mijn arm: "Niet doen, Jim," zeide zij, "niet doen!" "Waar is Sarah?" vroeg ik. "In de keuken," was het antwoord.

Toen verbrak ik mijn belofte om niet meer te drinken en gaf mij weer aan misbruik van sterken drank over, doch ik geloof niet, dat ik dit gedaan zou hebben, als Mary dezelfde van vroeger voor mij was geweest. Zij had nu reden om boos op mij te wezen, en de klove werd met den dag wijder. En toen kwam Alex Fairbaim in het spel en werden de zaken duizendmaal erger.

"Ge kunt doen wat ge verkiest," gaf ik ten antwoord, "maar als Fairbaim zich hier weer vertoont, zal ik u een van zijn ooren als een aandenken zenden." Mijn gezicht joeg haar, geloof ik, schrik aan, want zij gaf mij geen antwoord en nog dienzelfden avond verliet zij mijn huis.

Was het een duivelachtige trek in het karakter van deze vrouw of wilde zij mij tegen Mary opzetten, door haar tot een slecht gedrag te verleiden; wat hiervan moge zijn, zij huurde twee straten verder een huis en verhuurde daarvan kamers aan zeelieden. Fairbaim placht bij haar te vertoeven, als hij van zijn reizen terugkwam en Mary ging er heen om met haar zuster en hem te drinken.

Ik ging van boord naar huis, denkende, dat het voor mijn vrouw een heele verrassing zoude zijn en zij nog blijde zou wezen, nu ik zoo spoedig terugkwam; doch juist toen ik de straat insloeg, waar ik woonde, kwam daar een cab voorbij en daarin zat mijn vrouw naast Fairbaim en de twee praatten en lachten zonder een enkele gedachte aan mij en daar stond ik nu op den weg te kijken.

"Sarah," zeide ik binnenkomende, "deze Fairbaim moet bij mij nooit weer over den drempel komen." "Waarom niet?" vroeg zij. "Omdat ik het zoo wil." "Och, als mijn vrienden niet goed genoeg voor dit huis zijn, dan ben ik er ook niet goed genoeg voor," zeide zij.