United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier werd hij opgewacht door Toerghenjeff, die 23 Januari reeds aan Droezjinin geschreven had: "Tolstoi schrijft mij, dat hij aanstalten maakt om hierheen te komen, en in de lente van hier naar Italië te gaan; zeg hem, dat hij zich haaste, indien hij mij treffen wil. Overigens zal ik hem zelf schrijven.

Ziehier eene uitspraak van Tolstoi uit denzelfden tijd over Toerghenjeff en diens vriendin, Madame Viardot, welke uitspraak door Botkin in een' brief van 8 Maart 1857 aan Droezjinin vermeld wordt: ... Tolstoi schrijft over zijn bezoek aan hem het volgende: "Beiden dwalen, om zoo te zeggen, in het duister rond, zijn verdrietig, beklagen zich over het leven, voeren niets uit, en schijnen elk voor zich onder den last hunner wederzijdsche verhouding gebukt te gaan.

Bij Tolstoi's komst te Petersburg bestond de meer intieme kring van den Sawremjennik uit letterkundigen, die in de twee in dit werk voorkomende groepen worden voorgesteld, te weten: Panajeff, Njekrassoff, Toerghenjeff, Tolstoi, Droezjinin, Ostrowski, Gontscharoff, Grigorowitsch en Sollogoeb. Van hen die niet in deze groepen figureeren, kunnen genoemd worden: W. P. Botkin, Fet en anderen.

De litteraire werkkracht van Tolstoi, en ook van Fet, begon in dezen tijd te verslappen. Tolstoi gaf zich over aan innerlijke beschouwingen en er ontstond een stilstand in zijn werk. Maar nu schreef Droezjinin elk der beide vrienden een' overtuigenden brief om den lust tot schrijven weer bij hen op te wekken.

Maar over dit feit zullen wij in een der volgende hoofdstukken spreken. In December schreef Toerghenjeff uit Parijs aan Droezjinin onder andere: "Men zegt, dat gij en Tolstoi zeer harmoniëert, en dat hij zeer vriendelijk en openhartig is geworden. Als die jonge wijn eens uitgist, zal er een vocht uit ontstaan, den goden waardig.

Wij hebben geen zekere aanwijzingen, welke meening Tolstoi had over Droezjinin's vertaling van King Lear, maar in een' brief, dien wij hieronder citeeren, van Botkin aan Droezjinin, kan men zien, dat de vertaling Tolstoi beviel: "Welk succes uw Koning Lear ook moge hebben," schrijft Botkin, "voor mij is de vertaling ongetwijfeld geslaagd.

Hoe staat het toch met zijn Jongelingsjaren, dat u ter beoordeeling is gezonden?" Het handschrift was werkelijk aan Droezjinin gezonden. Hij las het geheel door en antwoordde met den volgenden interessanten brief: "Over Jongelingsjaren dient men een twintigtal bladzijden te schrijven.

Schrijf mij eens, in welk nommer van den Sawremjennik uw verhaal Jongelingsjaren voorkomt, en meld mij bij gelegenheid uw definitieven indruk betreffende King Lear, dat gij waarschijnlijk gelezen zult hebben, al was het maar ter wille van Droezjinin."

Poeschkin, Jewgheniï, Anjekin Zeer groot. Schiller, Die Räuber Zeer groot. Gogol, Schinel, Iw. Iw. en Iw. Nik. Groot. Gogol, Njewski Prospekt, Wi, Doode Zielen Zeer groot. Toerghenjeff, Aanteekeningen van een Jager Zeer groot. Droezjinin, Paulina Saks Zeer groot. Grigorowitsch, Anton Gorjemika Zeer groot. Dickens, David Copperfield Buitengewoon groot.

Uit Génève deed Tolstoi een uitstapje naar Piémont, in gezelschap van Botkin en Droezjinin, die er ook gekomen waren, en bleef toen eenigen tijd aan het meer van Genève, te Clarens, vanwaar hij zijne tante een opgeruimden brief schreef: "Clarens, 18 Mei 1857.