United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"'Waarde vriend', sprak hij, stikkend en met tranen in de oogen van het lachen, terwijl hij over mijn schouder keek, 'gij kunt u niet voorstellen, welke scènes hier al geweest zijn. Ach, mijn hemel! Toerghenjeff krijscht, knijpt met de hand zijn keel toe en fluistert met de oogen eener stervende gazelle: "Ik kan niet meer! Ik heb bronchitis!"

In dien tijd schreef Tolstoi onder andere aan zijne tante Tatjana: "Ik heb mijn verhaal De twee Huzaren voltooid, maar ben nog niet aan een nieuw begonnen. Nu Toerghenjeff vertrokken is, gevoel ik dat ik hem zeer mocht lijden, niettegenstaande dat wij altijd aan het twisten waren. Zoodoende verveel ik mij verschrikkelijk...."

"Wie onzer kende destijds niet dien vroolijken metgezel, dien makker in allerlei guitenstreken en meester in het vertellen van grappige anecdoten: Dmitri Wasiljewitsch Grigorowitsch, zoo geroemd om zijne verhalen en romans? Ziehier wat onder anderen deze Grigorowitsch mij gezegd heeft van de botsing tusschen Tolstoi en Toerghenjeff, ten huize van Njekrassoff.

"Toerghenjeff begreep duidelijk op welk standpunt Tolstoi zich tegenover hem plaatste, doch wilde zijn karakter tot elken prijs handhaven en zijne zelfbeheersching bewaren.

Nikolaas schrijft mij, dat Toerghenjeff met Maria heeft kennis gemaakt; dat verheugt mij. Indien gij hem eens thuis ziet, zeg hem dan, dat, ofschoon ik hem slechts bij geschrifte ken, ik hem tal van dingen te vertellen heb."

Uit dezen brief blijkt, dat Tolstoi's gezindheid jegens Toerghenjeff aan gestadige veranderingen onderhevig was. Het Petersburgsche leven schijnt Tolstoi niet voldaan te hebben. Spoedig na zijne aankomst begon hij stappen te doen voor zijn ontslag uit den dienst en aanstalten te maken tot eene buitenlandsche reis.

Aan den anderen kant had hij, als lid van de artél Sawremjennik, niet het recht te beloven, dat hij voor Katkoff's tijdschrift zou werken. Zijn zachte, toegevende aard had hem ditmaal een slechten dienst bewezen. "Tolstoi nam het voor zijn' vriend op. Hij schreef Katkoff een langen brief om Toerghenjeff te rechtvaardigen.

Om de eene of andere reden werd de brief niet dadelijk doorgestuurd en nu gebeurde het, dat juist in dien tijd Toerghenjeff een onaangenaam gerucht ter oore kwam, waarvan hij Fet in den volgenden brief mededeeling deed. "Parijs, 8 November. "....En nu nog een woord over die ongelukkige historie met Tolstoi.

Vandaar liet hij pistolen halen, en daar er nog geen antwoord op zijn schrijven was gekomen stuurde hij Toerghenjeff een' tweeden brief die eene formeele uitdaging bevatte.

Hij neemt geen aandeel in het lot van deze lieden, maar teekent hen als misgeboorten, waarvoor hij geen medelijden voelt en die hij bovendien nog beschimpt. Dat is te veel in tegenspraak met den toon en de gedachten, die Toerghenjeff overigens kenmerken.