United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onophoudelijk dat heen en weêr trekken, in de stofterigheid of de smerigheid van de spoor en zoo, het vervelende eentonige hossen, een paar uur lang, in zijn eentje, om als belooning van zijn moeite in denzelfden afmattenden vreugdelozen doodschen dampkring, buiten aan te komen, dat was heel onaangenaam.

En ’t ziet, in schemer-schijn der nachtzon, zweven Het schimmen heir, dat in den dood verzonk, Doch in den doodschen burg der nacht bleef leven. Met blauwe, droomende oogen staart op ’t woud De hemel, en, waar speelsche zonnestralen En mos en groene loover-zee bemalen Met een geweven waas van louter goud,

Het lapje grond zij zóó klein, dat men bijna verlegen is het een tuin te noemen, men ziet er toch het leven, na een doodschen slaap, weer met jonge en frissche kracht ontspruiten; men ontvangt er een groet der Natuur, en haar glimlach vaagt vele sombere gedachten en herinneringen weg.

Twee zwartgekleede hellebaardiers bewaakten de ophaalbrug, en anderen in dezelfde sombere liverei, slopen heen en weer op de muren met een doodschen tred, meer op spoken dan op soldaten gelijkende.

De vroolijke tonen van den jachthoorn vermengden zich met het schelle hondengeblaf en het bosch scheen een oogenblik te ontwaken uit zijn doodschen winterslaap. Na eenigen tijd verdeelde de stoet zich; de speurders trokken vooruit om hunne standplaatsen in te nemen en het verdere gezelschap volgde de honden, die op den reuk van het wild afgingen.

"Gij zult het straks vernemen," zeide het meisje: "doch volg mij zonder gedruisch;" en Alonzo voorgaande, bracht zij hem in eene benedenverdieping van het kasteel, en verhaalde aldaar aan haar aandachtigen toehoorder, hetgeen wij, om ons verhaal niet vooruit te loopen, eerst later zullen mededeelen. De natuur was heerlijk uit haar doodschen winterslaap ontwaakt.

Heel enkelen hadden schaatsen, en die waren zeer trotsch en reden met aanstellerige minachting, in groot gezwaai van armen en geschrijd van beenen, de tragere ijsstoelers en baantjesslierders voorbij. Hun drukke pret bracht telkens als een korte herleving over het verlaten veld, dat dadelijk na hun lawaaiïgen voorbijtocht weer in doodschen winterslaap verzonk.

76 En hij tot mij: "Deze dingen zullen u bekend worden, wanneer wij onze stappen zullen hebben gezet op den doodschen oever-rand van den Acheron." 79 Toen met de oogen beschaamd en nedergeslagen, vreezende dat mijn spreken hem bezwaarlijk was geweest, heb ik mij tot aan den stroom van spreken onthouden.

Zij hoorde geen antwoord of er werd er geen gegeven en die stilte knelde haar als met doodschen angst. "Hoe es 't, Alfons? hoe es't?" herhaalde zij, haast schreiend. De sjees had vóór den drempel stilgehouden en nu hoorde zij toch eindelijk zijn heesche zwakke stem onder de kap: "Azeu ... stillekes." "Och Hiere toch!" kreet zij. Haastig was Vaprijsken uitgewipt.

Den ganschen nacht rijden wij, onder een donkeren hemel, nu en dan flauwelijk door een enkele ster verlicht, langs een doodschen akelig-eentonigen weg: dennen ter rechterzijde, dennen ter linkerzijde, dennen voor ons, dennen overal.