United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar ijzeren bekken zullen het wezen, die de pinnen zullen vaneen pikken, achter dewelke men het vrije geweten wil kerkeren. Als God met ons is, wie kan tegen ons zijn? antwoordde de oude man. Uilenspiegel sprak: Hondengeblaf, mannengeschreeuw en gebroken takken: het stormt in het woud. Is hertenvleesch lekkere spijze? vroeg Lamme, terwijl hij de stoverije bekeek.

Gij, die in driesprongen huist, lichtdragende, nachtelijke zwerfster, Gij, die de duisternis mint en een afkeer hebt van het daglicht, Gij, die in hondengeblaf U vermeit en in moord U verlustigt, Gij, die het slagveld betreedt en de sombere kerkhoflanen, Gij, die belust zijt op bloed en den sterflingen schrik op het lijf jaagt, Gorgo! Mormo!

Maar het zou niettemin veel aardiger zijn, weer op den goeden weg te komen, en te logeeren in een gesloten en verwarmd huis, waar men op onze komst is voorbereid en bedden voor ons in gereedheid heeft gebracht. Juist op het oogenblik toen die hoop scheen te zullen vervliegen, hoorden wij hondengeblaf, en in den nevel zagen wij mannen naderen in de fustanella, 't korte rokje van de Grieken.

Nog kan ik het mijzelf niet verklaren, hoe het mogelijk was, dat wij op den smallen weg, waar wij telkens tot de enkels toe inzakten en gedurig uitgleden of afweken, niet honderdmalen met onze vracht zijn omgerold: en ik beken, dat ik recht in mijn schik was, toen wij eindelijk voor een boerenhek stonden, hetwelk naar een boerderij geleidde, en dat ik het ongastvrij hondengeblaf met welgevallen begroette.

DEMETRIUS. Sit fas aut nefas; tot ik nu een stroom Gevonden heb, die deze hitte koelt, En de betoov'ring, die mijn koortsen stilt, Per Styga, per manes vehor. Een woud. Horengeschal en hondengeblaf. Titus Andronicus komt op, met Jagers, enz.; verder Marcus, Lucius, Quintus en Marcius. TITUS. De jacht is reê, de morgen licht en klaar, De velden geurig en de wouden groen.

Nu! dat heb ik; daarvan ben ik zeker. Herinner u maar eens dierbare echtgenoote, hoe goed ik destijds, toen ik nog niet door de kathedrale koortsen, die bezetting op mijn stem kreeg, een haan kon nabootsen en ook thans nog met duidelijkheid, het geluid der kikkers voortbreng, terwijl ik in hondengeblaf en kattengeschreeuw, lang niet onverdienstelijk, de natuur overtref.

Hij draagt den naam van Hackelberg, uit hackel bärend "mantel dragend". Het Limburgsche folklore kent deze figuur onder de benaming van "Henske met de hond"; "Henske" wordt ook als duivelsnaam gebezigd. In Gelderland spreekt men plaatselijk van de Berndekesjacht, en wordt als voorrijder genoemd Dirk met den beer. Men meent te onderscheiden het gekrijsch van vogels en verwijderd hondengeblaf.

Op een weide aan de grens van het beukenbosch en boven aan een steile helling waren eenige ronde hutten te zien, geheel met bladeren gedekt, en met een lagen ingang als bij hutten van Laplanders. Ik reed te paard omhoog te midden van een verwoed hondengeblaf en zag daarop een troep vrouwen voor den dag komen, door nieuwsgierigheid gedreven.

Sedert dien dag was in het slot te Boppard de feestvreugde voor altijd verstomd; stil werd het ook in het woud, waar vroeger dikwijls jachthoorns en hondengeblaf weerklonken hadden. Hij zelf is naar het Heilige Land gegaan, waar de vrome kruisvaarders met de ongeloovigen vochten over het bezit van de Heilige plaatsen.

Hondengeblaf duidde aan, dat het rijtuig door het dorp reed en voor hem bleven slechts de ledige, doode velden terug en het dorp voor hem; hij zelf was verlaten en voor allen een vreemdeling. Hij zag weer naar den hemel, die, ofschoon de helft daarvan met kleine, witte wolkjes was bedekt, meer en meer blauw en helder werd, maar even ver en ongenaakbaar was als vroeger. "Neen, alles was dwaasheid!