United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarop kan ik antwoorden, dat nagenoeg alles wat bestaat slechts onmisbaar is voor een deel van de menschheid of van de samenleving. Ik heb bijvoorbeeld nooit een voetbal noodig gehad of een bioscoop-voorstelling .... Mijnheer Bastiaanse, zal ik u eens wat zeggen? Mijn vragen stuiten op u af. Ja, u woudt de voegen in mijn pantser ontdekken, ? Maar ik sta v

Bovenal doet het Brabantsche landschap zijn kostelijk schoon uitkomen in den herfst, op die stille, zonnige dagen, welke geheel passen in den toon dezer droomerige natuur, en haar tooien met feestelijke kleuren. Want in het najaar, als het land gaat slapen, Wordt alles zoo volkomen schoon; Dan draagt het, al te kort, een koningskroon Van louter bladgoud om de lichte slapen. Frans Bastiaanse.

En ziet, nadat Bastiaanse mij den aard van z'n alleen-zijn op deze wijze had verduidelijkt, beter dan hij het in gewone woorden had kunnen doen, vervolgde hij, nog steeds sprekend over het sentiment voor de massa: "Er is een oogenblik geweest, dat ik dit sentiment zelfs zeer verderfelijk achtte.

De lezer zal wel begrepen hebben dat Bastiaanse mij, toen de kennismaking ondanks alles een feit was geworden, op sommige punten maar weinig nieuws had te vertellen. Hij was daar trouwens niet toe geneigd, want hij had een zeldzaam grimmige bui dat zégt wat, niet waar? en ik was al dra een beetje afgetrokken.

Hier besloot Bastiaanse "iets voor den dag te halen", dat wil zeggen, hij nam uit zijn Oud-Hollandsche kast een paar kleine cartons, waarin hij zijn keurig geschreven manuscripten bewaart. En eer ik er op verdacht was las hij mij enkele fragmenten voor uit een uitvoerig gedicht "Het Eiland der Schoonheid", dat nog niet gepubliceerd is en geschreven werd tusschen Sept. 1911 en Dec. 1912.

Maar op gevaar af, door Bastiaanse voor zeer onnoozel te worden gehouden, waagde ik nog een kansje: Ziet u, ik zal mij onduidelijk hebben uitgedrukt, zoo begon ik. Ik wilde eigenlijk van u weten, wat volgens u de dichter uitvoert in de maatschappij. Kan een betrekkelijk groote minderheid daar iets van bemerken? Welken dienst bewijst de dichter eigenlijk aan zijn lezerskring...?

De intellectualistisch gezinde had den aesthetisch gezinde gewaardeerd. Natuurlijk zei Bastiaanse, deze dingen kan niemand zoo uitdrukken als de dichter, en daarom heb ik u een paar maal den dichter laten hooren. In welken wezensstaat de mensch ook verkeert, wanneer hij als dichter de dichterlijke droom in zich voelt komen, dan is hij de complete mensch....

De lezer begrijpe goed: Niet de uiterlijke verschijning van dien mijnheer had gelijkenis met een leeuw, maar zijn innerlijk, dat ik raadde, had voor mij iets ontembaars. Toen ik nu ontdekte dat die mijnheer Frans Bastiaanse heette, was ik niet verwonderd. Ik aanvaardde de ontdekking gemakkelijk.