United States or Grenada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door de raampjes van ons compartiment, waarvan de schokken al heel onbeduidend schijnen na de ritten van Andritsena en Bassae, begroeten wij voor de laatste maal het lachende en grootsche dal der Neda, dat de spoorweg passeert over een brug, om daarna langs het lage, vlakke strand te midden van rijke wijngaarden te belanden aan het zuidelijk uiteinde van het meer van Kaïapha, enkel van de zee gescheiden door een smalle strook lands en waar de visch, naar het schijnt, overvloedig is.

Eindelijk is daar Andritsena, liefelijk uitgespreid over de groenende hellingen der bergen, half verborgen tusschen de boomen, die langs de bochtige oevers van een paar riviertjes staan.

Daar komen ze dan ook al in galop aan in een wolk van stof; we moeten ons thans haasten, als we vroeg genoeg te Andritsena willen zijn, om in den namiddag het uitstapje te maken naar Bassae. Dus werd het ontbijt maar in de soesta genuttigd, zoo goed en zoo kwaad, als het gaat en het werd met moeite verteerd.

Wij besluiten, tot Megalopolis, dat midden in Arcadië ligt, met den spoortrein te gaan, dan per rijtuig Andritsena te bereiken, om weer te dalen langs den tempel van Apollo in de omstreken van Kyparissia, waar we den spoorweg weer zullen treffen, die ons naar Olympia en Patras zal brengen.

Het vriendelijke dorp Andritsena, van waar men een uitzicht heeft naar het Noorden tot de toppen van den Olonos, half wegschuilend in den morgennevel, verdwijnt weldra in zijn bed van groen.

Maar ondanks onze pogingen en trots de flinkheid van onze paarden is het donker, als we tegen acht uur eindelijk te Andritsena aankomen. Panayotti wacht ons, om ons naar het gastvrije huis te geleiden van een notabele uit het stadje, waar we hopen degelijk te kunnen uitrusten van de vermoeienis der beide zware dagen.

De lucht is bewolkt; het liefelijke landschap van Andritsena verdwijnt om plaats te maken voor kale dalen en heuvels, waar we aanhoudend moeten stijgen en dalen; daarbij steekt de wind op, zwarte wolken drijven boven ons hoofd, alles versombert, en in de stilte weerklinkt alleen de stem van de agoyaten, die elkaar wat toeroepen van het eene naar het andere eind der karavaan.