United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aangaande den grond van de Haarlemmer Meer, kan ik anders niet bevinden en verstaan dan alles goeds, alzoo ik haar voorheen met den Burgemeester van Aalsmeer en eenige arbeiders, op vele verschillende plaatsen, gepeild, gebeugeld, gediept, getast en wèl onderzocht heb, en anders niet kan bemerken of bevinden, of deze Meer heeft een' bodem van goede klei, doorgaans dik 7, 8 en 9 voeten, gelijk bevorens verhaald is.

Trouens, Aalsmeer, dat eeuen lang, zoo lang de Haarlemer-meer nog meer was, een afgelegen dorp bleef, heeft eene eigenaardige bevolking, waaronder Oud-Doopsgezinden en Oud-Roomschen, die tot in deze eeu aan hunne oud-hollandsche, eenvoudige zeden getrou bleven, en zich door allerlei eigenaardigheden in kleeding, levenswyze, enz. van de andere hollandsche dorpelingen bleven onderscheiden.

Omtrent eene week daarna, alzoo ik begeerig was van de oude gelegenheid van de Haarlemmer Meer nog meer te weten, ben ik bij eenen ouden huisman gekomen van Aalsmeer, dien ik voor dezen lang gekend heb, met wien ik veel heb gesproken.

De geslachtsnaam Alderden komt te Aalsmeer voor. Opmerkelik is het dat in dit overoude hollandsche dorp zoo vele eigenaardige oud-hollandsche geslachtsnamen, van volle, oud-germaansche mansnamen afgeleid, voorkomen.

Ik ben alstoen weder bij mijne oude kennissen, Willem Jansz Brechten en Arent Brechten, gekomen, met wie ik veel gesproken heb van de omstandigheid van de Meer, welke mij verhaalden, dat daar bij een mans leven wel zóó veel lands, benoorden Aalsmeer, van de Meer weggesleten is, als het land nu tegenwoordig breed is, dat tegen de Meer en het dorp Aalsmeer ligt.

Brechten van Aalsmeer verhaald, dat zijn grootvader zich herinnerde, dat het land van de Vennep en het land van den Ruigenhoek zoo nabij elkander kwamen, dat men de slooten daartusschen met een' stok kon overspringen. Deze en dergelijke voorbeelden zijn er vele; doch het zou te lang zijn ze alle te verhalen.

Cornelis Jonklaas van Aalsmeer, oud 64 jaren, bij mij wel bekend, heeft mij in de maand Maart 1641 verhaald, dat hij met zijnen vader op den Ruigenhoek gegaan heeft, dat zijn vader hem aanwijzing deed van een huis en erve, dat aldaar gestaan had, en dat zijn vader zich herinnerde, dat daar nog van de Meer af 500 roeden lands vóór het huis waren, en dat, bij zijn leven, het huis en de erve met die 500 roeden lands gansch en geheel was weggesleten.

Want als de Meer begint te komen aan de smalle bedolven akkers, van welke vele geen vadem breed zijn, hetzij tot Kudelsteert, Kalslagen, het westeinde van Aalsmeer en vele andere plaatsen daaromtrent, zoo zal het wezen gelijk de kanker, of een kwaadzeer, dat altijd in zich zelf verrot en nimmermeer ophoudt, zoodat daar weinig of geen land aan de Meer zal blijven, om hier namaals een' dijk te kunnen maken, ingeval het hierna gebeurde, dat men de Meer door nood zou moeten bedijken, of het ware, dat men verscheidene dorpen dáár wilde inhalen, hetwelk ongerijmd voorkomt en gansch niet gelegen.

Nog een zeker burger van Haarlem, geheeten Jacob Joosten, die heeft mede, in den tijd van drie jaren, bij de veertig morgen lands op het westend van Aalsmeer verloren, die door het water van de Meer zijn weggespoeld.

Dat men ook mede den Haarlemmerdijk aan de zuidzijde op verscheidene plaatsen met groote kracht van paalwerk tegen de Meer zou moeten houden. Hetwelk ik alhier navolgende bij verscheidene exempelen zal verhalen. Verscheidene lieden van Aalsmeer hebben mij verhaald, dat bij hun leven, door deze Meer, eene groote menigte van Morgen-talen weggesleten is, bijna een kenning van het land af.