United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


De top was van bevalligen ronden vorm, en droeg groote gelobde bladeren; uit die bladerenkroon kwamen groote ronde vruchten van een decimeter lang, welke uitwendig zoo met stekels bezet waren, dat zij daardoor den schijn hadden van zeshoekig te zijn.

Het slanke lichaam draagt lange borstvinnen, die aan hun bovenste gedeelte uitgesneden, en naar de spits sikkelvormig versmald zijn, een niet gelobde staartvin en een zeer lange vetvin op den rug. De lichaamslengte wisselt af van 2 tot 3 M. Het wijfje bereikt, naar men zegt, slechts de helft van deze grootte.

De rand van de gehooropening is voorzien met een kleine, doch goed ontwikkelde oorschelp. De groote vinvormige ledematen komen duidelijk uit het lichaam te voorschijn en zijn er goed van te onderscheiden; een aan den rand gelobde huid strekt zich tot voorbij de teentoppen uit, de zolen zijn kaal, de achterteenen nagenoeg gelijk van lengte, de voorteenen nemen van binnen naar buiten in lengte af.

Zij zijn zoo groot als Duiven of Eenden. Hun priemvormige snavel loopt niet uit in een voorhoofdsplaat en is zoo lang als de kop. De hals is lang, de romp langwerpig; de tamelijk korte en afgeronde vleugels reiken weinig verder dan den wortel van den tamelijk korten staart; de voet heeft een korten loop; de voorteenen zijn, evenals bij de Meerkoeten, met gelobde zwemvliezen omzoomd.