United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij hadden mijn lamp uitgedoofd; toen ik deze weer aangestoken had, bemerkte ik, dat het in mijne kamer krioelde van Vleermuizen, en dat de geheele ruimte letterlijk zwart was door de menigte, die onophoudelijk om mij heen zwermde.

«Schuif, als het kan, nog een weinig in de schaduw, nina," zei de schilder, «'t gaat niet." Maar het gekreun van het mismaaksel begon weder. Om zijn hoofd zwermde nu een heir van vliegen in bedrijvig gewarrel, schutterig opvliegend, zich verplaatsend, om zich vervolgens opnieuw vast te hechten aan mond en ooghoeken, op elkander gekropen tot zwarte vlekken.

Wat verderop zag hij een bamboebrug en een eindweegs daarvandaan kon hij de mannen zien baden, terwijl een menigte bedienden van beiderlei kunne rondom geïmproviseerde komforen zwermde, druk bezig met het plukken van kippen, het wasschen van rijst, het braden van een speenvarkentje en anderszins.

Boven leegden de bordessen, beneden zwermde de straat vol vechtende daggeluiden; in de gangen van een grooten zeehoorn leek hij te loopen, waar 't van alle wanden golf-klaagt en winde-zingt.

Van kruipende dieren zag ik slechts eene kleine hagedis. Wat de insecten betreft, heb ik getracht alle soorten te verzamelen. Behalve spinnen, die talrijk waren, vond ik dertien soorten, en hieronder slechts een enkelen kever. Een kleine mier zwermde bij duizenden onder de losse droge koraalblokken, en was eigenlijk het eenige insect, dat overvloedig voorkwam.

Haar teint was van een frischheid, haar oogen hadden een glans, en al haar bewegingen waren van een lenigheid en gratie, zooals ik er nog nooit gezien had. Ik zag haar aan alsof zij een goddelijk kind was op aarde en het verbaasde mij, dat zij daar zoo alleen zat met die oudere menschen en er niet een schaar aanbidders om haar heen zweefde en zwermde.

En zijn mond, waaraan de snorpunten als vleugeltjes rilden onder den mooien krommen neus, tegen het blozend geschoren wangvleesch, liet dan de vlieg ergens zitten, stil; maar de hoed dwaalde aan en joeg het tot zijn eigen bruinoogige verbazing weêr op, dat het kwaad gonzend zwermde over de lachende hoofden, nagezeten tusschen de engten der ruggen door den kolonel, die loerend met den rimpeligen soldatennek wat vooruit en het vleezige oor rood, speelde langs een wang, om een neus.... "Sacré nom d'un chien;" want weêr ontweek het lastige ding den hoed die het snappen wou en 't zoemde weg, niemand wist waarheen.