United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Des avonts quamen heel dicht onder 't landt ontrent de caep, dat een schoone lantdouwe schijnt te weesen; de Fortuijn met eene jonck quam bij ons, maer soodrae als wij het wederom wenden van de wal t'seewaert, liep de jonck datelijck wederom bij syn macker onder 't landt ten ancker. 't Was heel stil weder, dan de see schoot hart.

En wat materie sou het dog kunnen weesen, om dese opblaasing te maaken, die meede door sulke subtiele draden, daar de Senuen uyt gemaakt worden, sou moeten passeren; soo dat dese draden haast van gelijken onsigtbaar zyn, wanneer men haar naukeurig, sonder te kwetsen, examineert?

Dit placcaat bepaalde: "dat van nu voortaan niemand hier te Lande sal mogen doen drukken eenige Boeken, op den naem van Professoren of andere Leedemaaten van onse Universiteyt te Leyden, die te vooren noyt gedrukt zijn geweest, als haare Schriften, Lessen &c. onder wat titul het soude mogen weesen, tenzij hij alvoorens daar toe sal hebben verkreegen het schriftelyk Consent van deselve, of van haare Erfgenaamen..." etc. .

Reeds vroeger, bij den dood van haren vader, had hij aan het "vriendelijk paar Weesen" een aandoenlijken troostbrief in verzen geschreven, haar bemoedigende met het denkbeeld, dat Hooft haar voortaan tot een voogd en tweeden vader verstrekken zou: en nu een jaar geleden schreef hij uit Londen, waar hij zich bevond als Gezantschaps-Secretaris, een anderen berijmden brief aan 't waardige drietal, zijn vurig verlangen uitdrukkende om hen terug te zien.

Waar uyt ik dan oordeel te volgen, als boven alreede gesegt is, dat als een Senuw geduurig geirriteert wort, dat dan ook de Spier in een geduurige contractie, of ten minsten in een gestadige tragting en renttentie tot deselve sou weesen. Als ik voor deesen in myn Tractaat van de Ademhaaling heb aangeweesen.

Als wij aen malcander geraecten, gisten wy te weesen ontrent 23 mylen vande wal: onse stuerman hadde des middachs hoochte van 16 gra., 50 minuten de Caep Bolinao O.S.O. van ons.

13 ditto, Sondach, smorgens metten dach sagen wy 7 seylen te landewaerts van ons; wij oordeelden terstont dattet de Spaense vloot wt Manilla most weesen, want soodrae sy ons gewaer worden, quamen op ons aff; den raet quam aen boort ende wij resolveerden ons best te doen om hun soo verre t'zee te leyden als doenlijck soude syn, om haer de couragie te benemen, alsoo altoos cleen vaertuijch bij hun hebben dat op haer past, om haer in tyt van noode mede te salveeren; sy deden den heelen dach hun best om ons in te loopen, dan conden ons dien dach niet beseijlen; nochtans waren wij metten Haen seer belemmert overmits niet voorts en conste ende wy hem niet achter mosten laeten; eijntlijck waren genootsaeckt een deel rys, syn boot, jae eenighe anckers vande bouch overboort te werpen, om 't jacht by de seijlen te crijgen; efter mosten de Fortuijn hem noch voor onse scheepen over roeijen, soo qualijck was dat jacht beseylt.

Ook de in de meeste steden bestaande gilde-vereenigingen weerden zich dikwijls in den strijd tegen den nadruk; zoo wendde zich het Amsterdamsche gild in 1670 met een adres tot de Stedelijke Regeering, waarin straffen tegen de nadrukkers worden verzocht . Dat men in dezen strijd alleen belangen en geen rechten erkende, moge blijken uit de volgende bepaling van een Groninger boekverkooperscompagnie-reglement van het jaar 1724: "so wanneer aldus een werkje gedrukt moge weesen, dat in deeze stadt aftrek hadde, so sal geen van de leden mogen betwisten dat een ander lidt het soude willen nadrukken, maar volkomen vrijheit daarin hebben om het te mogen doen, so geen andere leeden wilden dat het in compagnie gedaan soude worden, maar die van de leeden daarin sal willen, sal daer recht toe mogen hebben" .

Het geen als dan weesen sal, soo wanneer alle dese dingen door gelukkiger verstanden ontdekt syn. En dat sal gewisselyk gebeuren, indien wy de natuur tot GODS eer, en niet tot onse eyge en verwaande glorie ondersoeken.

"in het westmousson, als het saijsoen sal weesen verloopen om van Batavia na Japan te kunnen seijlen dat is van half Augustij tot ulto Maart." Ouwerkerck kwam 23 Juni 1627 te Taijouan en had den 16en t.v.