United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarentegen bemerkte men op de vlieghuid van de Grootooren dicht bij het lichaam versche wonden met sponsachtig gezwollen randen; ook hadden deze dieren zich tot een kluit vereenigd, bij wijze van dakpannen over elkander heen; de Hoefijzerneuzen daarentegen sliepen altijd ieder afzonderlijk en hadden de verborgenste schuilhoeken als slaapplaatsen gekozen.

Van den bodem kunnen zij zich niet zeer gemakkelijk verheffen; zij weten zich echter ook hier te redden, door in de eerste plaats de armen en de vlieghuid uit te breiden en het lichaam op de achterste ledematen een weinig opterichten, daarna éénmaal of meermalen omhoog te springen, om eindelijk fladderend weg te vliegen. Nadat hun dit gelukt is, komen zij tamelijk snel vooruit.

De krachtige ontwikkeling van het voorste gedeelte van den romp met zijne dikke borstspieren, het lichte en dunne achterlijf, de tot drievoudige lichaamslengte uitgegroeide voorste ledematen met hunne reusachtige vingers, de veerkrachtige vlieghuid, die vooral tusschen de vingers en den voorarm uitgespannen is, bevorderen deze wijze van beweging.

De vlieghuid is breeder, van onderen langs den arm niet behaard; de vacht is aan de bovenzijde roetbruin, van onderen lichter. Hij vliegt laag en niet snel over wegen, in de tuinen en boven de met boomen beplante straten en grachten der steden. Hij verschuilt zich over dag en gedurende den winter in holle boomen, ook op zolders en in oude torens. Men vindt hem in geheel Middel-Europa.

Als zij slapen gaan, wikkelen zij zich in hun vlieghuid als in een mantel, zoodat alleen het aangezicht onbedekt blijft. De staartvlieghuid wordt dan naar de rugzijde, en niet, zooals bij de andere Vleermuizen, naar de buikzijde omgeslagen. Het oordeksel ontbreekt. Bij nagenoeg alle soorten is de vacht licht van kleur.

Als het op een tak zit, de rekbare vlieghuid tegen den romp aangelegd, vertoont het een merkwaardige overeenkomst in uitzicht met het in onze huizen levend, lieftallig en toch zoo gehaat Knaagdier. Zijn totale lengte bedraagt ongeveer 14.5 cM., waarvan een weinig meer dan de helft door den staart wordt geleverd.

De dichte en voor 't gevoel zijdeachtige vacht is in den zomer aan de bovenzijde vaalbruin; de bovenzijde van de "vlieghuid" en de buitenzijde van de pooten zijn donkerder grijsbruin, de onderdeelen zijn wit. In den winter wordt de vacht langer, dichter en lichter van kleur; de bovendeelen en de staart zijn dan zilvergrijs.

De zeer lange en zachte, aan den staart ruige vacht vertoont vele kleurafwijkingen. Gewoonlijk zijn de bovendeelen bruinachtig zwart, de kop is meer bruinachtig, de vlieghuid witachtig gesprenkeld; de snuit, de kin en de pooten zijn zwart, de keel, de borst en de buik wit.

Bij nader inzien bleek het mij, dat de gewaande "vogels" Kalongs waren." Hier en daar worden de Kalongs vervolgd, niet zoozeer wegens de door hen aangerichte schade, als wel om ze in de keuken te gebruiken. De Maleier bezigt, om jacht op hen te maken, in den regel een blaaspijp, en mikt op de vlieghuid, het gevoeligste deel van hun lichaam; hierdoor bedwelmd kunnen zij gemakkelijk gevangen worden.

Tengevolge van de onzekerheid der dierkundigen, heet de meest bekende soort van deze diergroep ook nog wel Vliegende Aap, Vliegende Maki, Vliegende Kat, Wonderbaarlijke Vleermuis, Vleermuis met behaarde Vlieghuid enz.