United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vederen van de rugzijde zijn vaal rosbruin, op den kruin en den rug het donkerst, die van de buikzijde licht geelachtig grijs, aan de keel en op het midden van de borst het lichtst, de binnenste helft van de vlag der slagpennen is donkerbruin, de stuurpennen zijn roestkleurig bruinrood. Het oog is roodbruin, de snavel en de voeten zijn roodachtig grijsbruin.

Het oog is bruin, de naakte plek er omheen zwart, de naakte keel donker vleeschkleurig, de snavel grijsbruin, de voet grijsachtig vleeschbruin. Totale lengte 60, staartlengte 27 cM. Middel- en Zuid-Amerika, van het zuiden van Texas tot Paraguay en Chili, zijn het vaderland van de Sjakoehoenderen; hoogstammige wouden verschaffen hun verblijfplaatsen.

Met inbegrip van den ongeveer 5 cM. langen staart kan hij een lengte van nagenoeg 30 cM. bereiken. De bovendeelen zijn grootendeels roodachtig geel met grijsbruin gemengd. Lichter, n.l. roestkleurig geel, zijn de zijden van den kop, een streepje onder het oor, een vlek op den schouder en een kleinere vlek achter den oksel.

De kleur hiervan is zwartachtig grijsbruin, aan de zijden van den kop, vooral echter aan den hals en aan de borst, iets lichter; de voeten en de staart, de middellijn van den rug en van den kop zijn gewoonlijk donkerder van kleur; de ooren zijn witachtig grijs gezoomd. Verscheidene afwijkingen komen voor: er zijn vale, grijze, geelachtige en bruinachtige exemplaren.

Als zij vrij in de kamer rondvliegen, maken zij zich door het vangen van Vliegen verdienstelijk; buiten in 't woud zijn zij nuttig door het verslinden van Insecten, die voor de boschteelt nadeelig zijn. De veeren van de bovenzijde zijn grijsbruin, die van de onderzijde vaalbruinachtig, op de kin en den buik lichter, bijna wit; de slagpennen bruin met vaalgrijzen zoom.

De korte, zachtharige vacht is van boven grijsbruin, van onderen geelachtig wit van kleur. De Buidelmuis, die in Oost-Australië, van Queensland tot Victoria, inheemsch is, voedt zich, evenals hare verwanten, met bladen, vruchten, knoppen en andere malsche plantendeelen. Zij versmaadt ook een klein Insect niet, wanneer zij dit toevallig ontdekt.

Bij het wijfje zijn de kop en de nek groenachtig grijs, een wenkbrauwstreep, de teugel, de kin en de keel witbruinachtig, de overige bovendeelen olijfkleurig grijsbruin, de onderdeelen lichtgrijs. Lichaamslengte 16.5, staartlengte 7.5 cM.

Haar rug is grijsbruin, met zwartbruine en grijswitte, overlangsche vlekken geteekend; de rug en de bovendekveeren van den staart zijn grijs; de onderzijde is grijswit, de keel echter fraai zwavelgeel, de kruin grijs, aan de zijden en op den voorkop met olijfbruine streepjes; boven het oog komt een lichtere streep voor; de staartveeren hebben op de binnenvlag aan den top een witte vlek.

De bovendeelen zijn grijsbruin, de nek en de zijden van den hals zuiverder grijs, de mantel en de schouders met breede, donkerbruine schaftvlekken geteekend; de veeren van kin en keel zijn wit met een zwarten eindzoom, de overige onderdeelen bruinachtig grijs, de zijden roestrood, de slagpennen en hunne dekveeren bruinzwart, de stuurpennen zwartbruin aan de buitenzijde vaalbruin gezoomd, aan het einde van de binnenvlag roestkleurig witachtig.

De kop van den Kuifkoekoek is aschgrauw, de rug grijsbruin, de onderzijde grijsachtig wit; de keel, de zijden van den hals en de voorborst zijn roodachtig vaalgeel; de vleugeldekveeren en armpennen eindigen in groote, breede, driehoekige, witte vlekken. Totale lengte ongeveer 40, staartlengte 22.5 cM.