United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Even als door het geheele Oosten van ons werelddeel heen, zoo hadden ook de eerste herders- en jagersvolken van den Finschen stam, reeds in overoude tijden, den weg naar de bosschen en bergkloven van Skandinavië gevonden en daar hunne rookerige hutten gebouwd.

"Poolsche edellieden en vorsten, die in hunne eigene huizen door alle mogelijke luxe omgeven zijn, die meestal veel gereisd hebben en met al de genietingen van groote hoofdsteden bekend zijn, kan men con amore in de kleine, vuile Joodsche stadjes van hun land zien rondwandelen in de onzuivere logementen hun intrek zien nemen, in de nauwe, donkere winkels hunne inkoopen zien doen, zich zien amuseeren met de, in de rookerige schouwburgen der groote steden, gegevene ellendige opvoeringen van deze of gene reizende troep, of met het oorverscheurend spel van dezen of genen reizenden virtuoos, of wèl dagenlang in harde britschen op hobbelige wegen zien rijden, om eene wolf- of rendier-jacht bij te wonen.

Hij gevoelde zich zwaar gekrenkt; hij had zoo dwaas niet moeten zijn sympathie van Lady Honoria te verwachten zij was geen sympathetische vrouw. Dat had hij moeten bedenken, maar toch gevoelde hij zich gekrenkt. Hij ging naar boven, en liet Effie haar gebedje opzeggen. "Waar is u geweest, paatje? naar de Rookerige Stad?" De Temple was bij Effie bekend als de Rookerige Stad. "Ja, lieve."

Een geniaal drietal zoo: Goethe, romantiek gekleed met grijze sluitjas, bruinen halsdoek, hooge laarzen en slappen hoed, waarop van tijd tot tijd kwam te prijken een boeket, van de een of andere aanbidster gekregen. Men reed in rookerige koetsen, liet zich varen op den Rijn.

"U gaat naar de Rookerige stad om den kost te verdienen, niet waar, paatje?" "Ja, lieve, om den kost te verdienen." "En hebt u wat verdiend, paatje?" "Ja, Effie, heel veel." "Waar is het dan? In uw zak?" "Neen, dat juist niet. Ik heb vandaag een groot proces gewonnen, en daar krijg ik veel geld voor." "O," hernam Effie nadenkend, "daar ben ik blij om. U wint graag, niet waar, paatje?"

Zij leven nu nog als vreedzame herders en visschers, naar voorvaderlijke gewoonte, in rookerige hutten, verstrooid op de met wolken bekranste rotskammen, in turf-moerassen gevormde en met heideplanten en eeuwigen nevel bedekte hoogten, in onherbergzame woestenijen van hun land, en aan de kustranden der door storm en oceaan gezweepte Hebridische eilanden, die gezamenlijk een nooit geheel bedwongen toevluchts-oord voor hen geweest zijn.

Naar dit oordeel moeten zij daar als de eigenlijke voor-historische, oorspronkelijke bewoners beschouwd worden, wier kleine rookerige hutten in onze bosschen en moerasachtige streken en langs onze rivieren verspreid waren, en op wier graven wij Indo-Germanen, wij Duitschers, Celten, Slawen, later onze steden bouwden en onze beschaafde staten oprichtten.

In de rookerige tent van een Tartaarsch edelman, midden op de dorre vlakte, wordt een knaapje geboren, dat als duizend andere, door zijne moeder naar landsgebruik voor het eenvoudige herdersleven wordt opgeleid. Vader en moeder sterven en de jongeling erft de kudde; eenige knechten en vazallen zijner famillie worden tegen hem weerspannig.