United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


De donna, die zich plat op den buik had gelegd, stak alleen het hoofd over den rand van den uitgang en sprak weenend: Rinieri, indien ik U een slechten nacht heb bezorgd, hebt gij U wel op mij gewroken, omdat ik, hoewel het Juli is, dezen nacht, daar ik geheel naakt was, meende te bevriezen.

Beide gingen dus naar een klein venster en toeziende zonder zelf gezien te worden, hoorden zij de meid uit een ander tot den student spreken en zeggen: Rinieri, mevrouw is de bedroefdste donna van de wereld; vanavond is een van haar broeders gekomen en heeft druk met haar gesproken; daarna wilde hij met haar avondmalen en is nog niet weggegaan. Maar ik geloof, dat hij spoedig zal heengaan.

Toen de donna hem bespeurd had, zwak en angstig van de hevige kwelling, kwam zij op den rand van den ingang boven, ging zitten en begon schreiend te zeggen: Rinieri, gij hebt U wel verschrikkelijk gewroken, want indien ik U op mijn binnenplaats bij nacht deed bevriezen, hebt gij mij vandaag op dezen toren doen roosteren, zelfs verbranden en doen sterven van honger en dorst.

De jeugdige donna, die de oogen niet steeds naar de hel hield gericht maar die, zich hooger achtend dan zij was, ze gekunsteld deed rondstaren, merkte spoedig genoeg op, wie in haar behagen schepte. Toen zij Rinieri gewaar werd, sprak zij lachend in zichzelf: Ik ben hier heden niet vergeefs gekomen, want als ik mij niet vergis, zal ik een haantje bij den snavel hebben genomen.

Maar zooals dikwijls plaats heeft, dat zij, die de meeste kennis hebben, zich het lichtst door de liefde laten verdwazen, geschiedde dit met Rinieri.

Intusschen keerde een edele jonkman, Rinieri, uit onze stad, die lang te Parijs had gestudeerd, vandaar terug, niet om zijn wetenschap voor geld weer te verkoopen, gelijk velen doen, maar om de reden en de oorzaak der dingen te doorgronden, wat een edelman ten zeerste past. Hij leefde als burger en zeer geëerd om zijn adel en om zijn geleerdheid.

Naar wat ik heb hooren zeggen, leefde er vroeger bij San Brancazio een goed en rijk man, die Puccio de Rinieri heette, en, geheel opgegaan in het geestelijke, een leekebroeder werd van de orde van Sint Franciscus en broeder Puccio genoemd werd.