United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het geschiedde dan in het jaar 1725, dat de regeering van Purmerende goedvond, om welke reden weet ik niet, den pastoor Johan Van der Velde, die sedert 1718 aan het hoofd der roomsch-katholieke gemeente had gestaan, af te zetten en in zijne plaats een zekeren Gerardus Kenens te benoemen, pastoor bij de Roomsch-Katholieken van de bisschoppelijke clerezy, de zoogenaamde Jansenisten.

Het dorp Purmerende was inmiddels mettertijd een aanzienlijk vlek geworden, dat allengs stadsrechten verkreeg en in de laatste jaren der zestiende eeuw ook het recht om afgevaardigden te zenden naar de vergadering der Staten van Holland.

Drie jaren later verkreeg hij van den Graaf-Hertog vergunning, om te Purmerende een kasteel of huizinge te bouwen, en daarbenevens een stuk grond van een-en-dertig roeden, dat hij voor den bouw van zijn slot noodig had. De amsterdamsche koopman en poorter had dergelijke gunstbewijzen wel aan den Vorst verdiend.

Maar tevens verwierf hij zich den haat van 's lands edelen, naijverig op den eenvoudigen poorter, die, als zij, aan 's vorsten disch gezeten was, die, als zij, een kasteel dorst bezitten, en zich "Heer te Purmerende" teekenen, die, als zij, een wapen dorst voeren sabel met drie zilveren weerhaken en, als zij, zijne dochter aan een edelman ter vrouwe geven.

Twee jaar later, 1458, overleed Henric, en werd opgevolgd door zijn zoon Johan den Tweede, bekend onder den naam van Johan de Rijke, thands Heer van Montfoort, Lynschoten en Purmerende, en, door zijn huwelijk met Willemyne, Erfdochter van Naeltwyc, na 1496 tevens Heer van Naeltwyc, Cappelle en Wateringhe, en Erfmaarschalk van Holland.

Even als bijna geheel Noord-Holland, schaarde ook Purmerende zich reeds in Juni 1572 aan de zijde van den Prins, en de stedelijke regenten achtten het toen noodig, de tot dusver geheel open liggende stad, door wal en gracht, tegen een mogelijken overval te beschermen.

De katholieke boeren in de Wijde-Wormer, in de Purmer en de Beemster kwamen overeen, dat zij hunne kaas niet meer te Purmerende ter markt zouden brengen: zij zouden met hunne wagens midden door de stad rijden en zich naar Edam of Monnikendam begeven, om daar hunne kaas te verkoopen.

Daar zijn er betrekkelijk velen uit de zeventiende eeuw, een enkele klimt ongetwijfeld nog hooger op; ook de beeldwerken en opschriften aan de huizen zijn niet zeldzaam. Over het algemeen ziet Edam er veel ouderwetscher uit dan Purmerend: daar ligt over de geheele stad een zeker waas van oudheid, dat Purmerende, althans in die mate, mist.

Daar ook in deze stroken van Noord-Holland, gelijk zoo vaak ten platten lande, het aantal Katholieken, die aan de oude Moederkerk waren getrouw gebleven, vrij aanzienlijk was, liep de stad Purmerende groot gevaar haar kaasmarkt en kaashandel, en daarmede een hoofdbron van haar bloei en welvaart, te zien verdwijnen of althans zeer verminderen.

Met den handel in visch, een van de hoofdbronnen van bestaan voor de goede lieden van Purmerende, was het gedaan; maar in de plaats daarvan kwam nu de handel in graan, in zaden, in kaas en boter, die voor het geleden verlies ruime winst bood. Landbouw en veeteelt brachten in deze streken welvaart en rijkdom, en doen dat nog, zij het misschien in mindere mate dan ettelijke jaren geleden.