United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


In dit jaar stichtte de heer Passtoors, een oud-onderofficier, die naar de industrie was overgegaan, de eerste Katholieke arbeiders-vereeniging, die weldra toenam en zich ontwikkelen mocht; een vruchtbare levenskiem, waaruit is voortgekomen een machtig getakte boom: de Nederlandsche Roomsch-Katholieke Volksbond. Zijn eerste »adviseur" was Mgr. Eigenraam.

De Polen verwierven zich naast de Duitsche ridders de verdienste, deze streken en volken van Europa het Christendom te brengen en hen te vereenigen met de Roomsch-Katholieke Kerk. De Groot-Vorsten van Lithauen, de Jagellonen, die door huwelijk met de laatste Piastin Hedwig, de Poolsche kroon verwierven, werden daarbij zelven Polen.

De beide vrienden flaneerden langs de kade te midden der gemengde schare, kooplieden van allerlei aard, venters van noten, oranjeappelen of pompoenen, zeelieden van allerlei natiën, waarzeggers, Chineesche en Mongoolsche priesters, Roomsch-Katholieke priesters in Chineesche kleederdracht en met staart en waaier, inlandsche soldaten, »tipaos", plaatselijke politie-agenten en »compradores", een soort van commissionairs, die de zaken der Europeesche kooplieden behartigen.

In het derde district behaalde de heer Kolkman, leider van de Roomsch-Katholieke Kamerclub de zege over den Liberaal, den heer Van Dam, en in district 5 versloeg een Christelijk-historische, de heer Van Asch van Wijk, den heer Zimmerman, den jongen en vurigen burgemeester van Rotterdam.

Het gouvernements-gebouw, door een fraaien tuin omgeven, was voorheen een Franciskaner klooster, en van de vroeger zoo prachtige kerk is een gedeelte in een balzaal en het andere in een Engelsch bedehuis herschapen. Van de voormalige Roomsch-Katholieke kerken, die meest in magazijnen werden veranderd, is alleen de Maria-kerk overgebleven.

Het gevolg van het bestaan van deze scholen in de kerk was dus dat er vele menschen waren die deze geheime wetenschap bezaten, en zij werden, zooals ik reeds zeide, de leeraars van het Christendom. In de vijfde eeuw echter verdwenen deze scholen van Occultisme uit de kerk, niet uit gebrek aan leeraars maar uit gebrek aan leerlingen. Een fout die door vele menschen wordt begaan, is dat zij denken dat de leeraars de kennis terughouden. In werkelijkheid zijn het niet de leeraars, die de kennis niet willen mededeelen, maar de leerlingen, die ze niet willen leeren, leeren op de eenige wijze waarop hierbij leeren mogelijk is, en deze scholen van Occultisme stierven uit bij gebrek aan leerlingen, want er waren niet genoeg menschen die het leven wilden leiden dat vereischt wordt voor leerlingen van het Occultisme; zij wilden dit leven niet leiden, maar slechts kennis verwerven voor zelfzuchtige doeleinden, en toonden dat zij voor dit onderricht nog niet gereed waren. Zoo verdween langzamerhand de innerlijke school en slechts een zwakke overlevering van haar bestaan bleef bewaard in sommige kloosters der Roomsch-Katholieke kerk. Slechts nu en dan verscheen in de middeleeuwen nog een heilige die door de krachten welke hij bezat, bewees dat hij iets van deze wijsheid verkregen had. Sommigen van deze heiligen vinden wij in de geschiedenis der kerk vermeld; waarlijk groote, hoog-ontwikkelde zielen, die wisten omtrent de onzichtbare wereld, en op de oude wijze onderricht geven konden, omdat zij wisten en kenden. Nu en dan zien wij een van hen verschijnen, doch hun aantal is gering: St. Elisabeth van Hongarije, St. Theresia van Spanje, Thomas

De uitbreiding der Roomsch-Katholieke kerk, waarmede ook vele Russisch-Grieksche volken onder de heerschappij der Polen vereenigd werden, en met welke deze zelfs na de slechts gedeeltelijk gelukte terugvoering der vereenigden, tot de Grieksch-Russische nationale kerk door keizer Nikolaas nog heden ten dage vereenigd zijn, mag als een nu nog bestaand gevolg der uitgebreide Poolsche heerschappij beschouwd worden, en evenzoo de groote uitbreiding van Poolsche taal en zeden op Russischen ondergrond.

Zeer veelvuldig zijn ook de spreekwoorden en zegswijzen van religieuzen aard, of die tot het Roomsch-Katholieke geloof in zekere betrekking staan. Tot deze laatste groep behooren: is in Roeëme gewês en hêt de Paus neet gezeen. Me mot de kerk in 't midde loate. Doa is gei kerkske zooë klein, of ter duvel bouwt zich ei kapelke dernêve. Pastoeër deut gein twieë misse veur geld.

Wat een hemelsbreed verschil met de Roomsch-Katholieke nonnen, waarvan wij juist hier in de lepragestichten de meest sympathieke staaltjes van zelfopoffering zagen. Lepralijders schijnen hier in grooten getale voor te komen, overal zijn hier tehuizen voor hen ingericht.

Van zijne zijde besloot het Algemeen Verbond der Roomsch-Katholieke kiesvereenigingen tot dezelfde eischen, terwijl het evenwel nog bij het huismanskiesrecht evenredige vertegenwoordiging voegde.