United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij zat midden in de wilden, zoodat ze hem met hun speren niets konden doen, terwijl hun tomahawks minder dan waardeloos leken. Hij vocht voor mij, en hij was in een echte Berserker-woede. De handigheid waarmee hij de knots hanteerde was verwonderlijk. Hun schedels spatten uit elkaar als overrijpe sinaasappelen.

Oude beschavingsvormen sterven af terzelfdertijd en op denzelfden bodem, waarin het nieuwe voedsel vindt om op te bloeien. Hier is beproefd om de veertiende en vijftiende eeuw te zien, niet als de aankondiging der Renaissance, maar als het einde der Middeleeuwen, de middeleeuwsche beschaving in haar laatste levensgetij, als een boom met overrijpe vruchten, algeheel ontplooid en ontwikkeld.

De overrijpe matrone daarentegen, die den zinnelijk-krachtvollen man niet meer kan bekoren, richt het restant harer aantrekkelijkheid op de onervarenheid van den knaap, om haar in laatste flikkeringen oplaaiend vuur te koelen aan het eerste ontgloeien zijner opkomende manbaarheid. En zooals in het leven der individuen is het hiermee ook gesteld in het leven der geslachten en volken.

Aan de ene kant een nakomeling van een overrijpe en verouderende kultuur zonder kracht en frisheid, zonder natuurlikheid en oorspronkelikheid, vroeg rijp vroeg wijs, gekunsteld, verzwakt, maar niet zonder fijnheid in denken en gevoel, en geboren met beschaving en kunst.

Overal, 't groeit overal entwat. 2 Wrat. 3 Borstwering. 4 Iemand. 5 Dakvorst. 6 Spleet. 7 Pel, schors. 8 Van overrijpe, rottende vruchten. 9 Het een of ander dat verrot is of vergaan, waaruit nieuw welig leven kan opschieten; vei = vet, sappig, groeizaam, vruchtbaar. 10 Mest. 11 Slijmzwam.

De grond ligt bezaaid met de overrijpe vruchten die opengebarsten zijn langs de groef. Zwart en rood tusschen helder geel komt het binnenste te zien, de glimmend zwarte pit, die heel en al ingesponnen zit in een fijn vertakt groeisel van felroode foelie. Al die vroolijke kleuren verschieten en vergaan bij de bereiding van de noot.

Toen hij las dat PAYEN de kazen in zure en alcalische indeelde, heeft hij verschillende kazen onderzocht en bevonden dat ze allen zuur reageerden, behalve overrijpe, weeke kazen, zooals de neufchateller, welker reactie toch ook slechts zwak alcalisch was.

"O, wat dat betreft in 't minst niet; ik ben er lang over heen. Maar wat zal ik u zeggen, mijne geschiedenis is die van menig ander jongmensch van goede afkomst die in de diepte raakt. Ik heb twaalf ambachten gehad en de traditioneele dertien ongelukken zijn mij evenmin ontgaan; ja, ik geloof zelfs, als ik goed telde, dat er nog wel een half dozijntje boven dat getal bij gekomen zijn. Mogelijk klinkt het wat apocrief uit mijn mond als ik het zelf zeg; maar mijn vader is de eerste oorzaak van alles. Gecontrarieerd in de keuze van een beroep, gecontrarieerd in een jeugdige liefde waarin ik mijn geluk had kunnen vinden, was de fine fleur van mijn levenslust er al af, toen ik naar Leiden ging om daar in de rechten te studeeren. Ik had den vurigsten wensch om officier te worden en had mij met ijver voor het examen aan de militaire academie voorbereid; maar mijn vader hield rancune tegen die instelling, hetzij hij gepasseerd was toen deze werd opgericht, hetzij om de reden die hij opgaf: dat hij zelf als cadet in werkelijken dienst was getreden en van gevoelen was dat men alleen op die wijze jonge officieren moest vormen. Zijn zoon althans zou hij niet naar Breda zenden; die moest studeeren, die moest carrière maken! Hm ja! ik heb ook carrière gemaakt," herhaalde hij met een bitteren glimlach: "j'ai fait du chemin zooals de Franschen zeggen, wijd en wild. Ik studeerde voor 't pleizier van papa, ik wilde er mijn pleizier ook van hebben; bij gebrek aan geluk, aan zelfvoldoening, zoekt men genot. Papa wilde dat ik een goed figuur zou maken op de academie, en schonk er mij ruim de middelen voor. Ik had mijn rijpaard en mijn tilbury; ik wierp mij in den wildsten en woeligsten studentenkring; ik maakte enorm veel schulden en zeer weinig dictaten; toch bezocht ik enkele colleges; er waren vakken die mij aantrokken, en ik was niet zonder aanleg; ik zou er nog wel toe gekomen zijn om te promoveeren op theses, maar papa had intusschen processen gevoerd tegen tante Roselaer en verloren; hij kon of hij wilde mij althans niet toestaan het kostbaar leven aan de academie voort te zetten. Van een gesjeesden student is niet veel te maken; toch wist de majoor von Zwenken door zijne relaties mij een post te bezorgen, en nota bene nog wel een comptable! onder belofte intusschen dat ik eene riche héritière zou trouwen, die mij werd aangewezen; maar het was eene overrijpe freule met een rooden neus, en ik liet haar links liggen, tot groote ergernis van mijn heer vader, die verklaarde van toen aan niets meer met mij te doen te willen hebben. Ik had niet het minste hart voor mijn post; geregeld werken, geregeld uren lang op het bureau blijven convenieerde mij niet na het woelige leven dat ik geleid had. Ik vond een geschikten klerk, een ouden bureaucraat, die al twintig jaren op dezelfde plek had gezeten zonder zich dood te zitten; ik meende alles gerust aan hem te kunnen overlaten en ik vond vrienden en kennissen genoeg, om mij wat afleiding te bezorgen. Ieder hield ons voor rijk, de post was maar een eerste stap om en-train te komen, dacht men, en zoo ging het