United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De wetgeleerde en bureaucratische geest, die te Petersburg heerschte, dreef den keizer in beide richtingen, die van onrechtmatige centralisatie en van plompe wetboekvervaardiging. Hij ondernam een onzinnig, een onbegonnen werk, al zou 't hem ook het leven kosten: de volkomen gelijkmaking van Polen met Rusland, de opslorping, de vernietiging van het Poolsche volksbestaan.

Na de hierboven gehouden beschouwingen behoeft het wel geen betoog meer, dat de daad van hem, die zonder toestemming van den auteur diens werk exploiteert, een onrechtmatige is in dezen zin.

"Ja, vriendje, zoo is het: of men moet de tegenwoordig bestaande maatschappelijke verhoudingen als billijk erkennen en ze verdedigen, of men moet bekennen, dat men zich zelf op onrechtmatige wijze in een bevoorrechte positie bevindt en zich dit voordeel, zooals ik doe, maar met genoegen ten nutte maken."

»Wat zal ik u van mijn eigen invloed zeggen?" vroeg de bouwmeester. »Wie van ons weet in dezen tijd of de hemel morgen blauw zal zijn of grijs? Eén ding staat bij mij vast: voor zoover het van mij afhangt, zal alles geschieden om deze onrechtmatige bejegening van een achtbaar burger dezer stad, deze inbreuk op de wet en beleediging van den goeden smaak te voorkomen."

Of eene dergelijke op het gemeene recht berustende bescherming met hetzelfde succes voor den Nederlandschen rechter zou kunnen worden ingeroepen, staat nog te bezien; alles hangt hier weer af van de uitlegging van het woord "onrechtmatige daad" in art. 1401 B. W. Het ware daarom misschien gewenscht, om in dezen het voorbeeld te volgen, door de meeste moderne wetten op het auteursrecht gegeven, waarin den auteur het bedoelde recht uitdrukkelijk wordt toegekend .

Hij speelde graag met zachte poppen, groote en kleine gomelastieke ballen, kurken, houtjes enz.; één daarvan genoot gedurende eenigen tijd steeds de voorkeur, en werd medegenomen in den slaapkorf; de overige werden zorgvuldig geborgen en verstopt achter of onder kasten, gordijnplooien enz.; altijd echter werden deze voorwerpen zoozeer als eigendom beschouwd, dat het aanraken of wegnemen er van steeds als een onrechtmatige inbreuk op verkregen rechten werd beschouwd.

Het wederrechtelijk gebruik van eens anders naam, het binnendringen in een huis tegen den wil van den bewoner, het openbaar maken van hetgeen in vertrouwelijken kring is gezegd of geschreven en vele andere "onrechtmatige daden" van dien aard zal men dus hebben te beschouwen als zoovele inbreuken op het persoonlijkheidsrecht van dengeen, tegen wien zij gericht waren.

Het is enkel een voorloopig verzet. Het houdt verband met ongewenschte, ongezonde, onrechtmatige levensomgevingen. Als het ongelijk en het physieke lijden en de onrechtvaardigheid zal weggenomen zijn, zal er voor het leed geen plaats overblijven. Het is een groot werk geweest, maar het is vrij wel voorbij. Zijn sfeer neemt af van dag tot dag. Ook zal de mensch het niet missen.

Ook hier zou dus art. 1401 B. W. de eenige bepaling zijn, waarop deze bescherming zou kunnen worden gesteund. Het behoeft echter nauwelijks te worden gezegd, dat zoolang de ruime opvatting van de woorden "onrechtmatige daad" en "schade", welke in dit artikel gebezigd worden, nog niet algemeen wordt gedeeld, de bedoelde bescherming nog op zeer losse schroeven staat.

Deze beginselen zal Grotius later toepassen, als hij de kwestie, of de oorlog per se een onrechtmatige daad is, gaat oplossen. Eerst, zoo zegt hij, moet men zien of wij al van zelf, door onze zinnelijke natuur tot iets geneigd zijn; vervolgens of dat geneigd zijn niet in strijd is met ons verstand. Het verstand immers moet de driften van den mensch beheerschen. -B. Het stellige recht.