United States or Sint Maarten ? Vote for the TOP Country of the Week !


De ijskorst om Ni's hart smolt en warm klopte 't weer voor de vrouw, die haar 't leven schonk! Broertje was tot zijn eerste jaar een gezond kind, maar sukkelde daarna, en drie jaar lang lag 't kleintje ziek, als 't ware in een aanhoudende worsteling met den dood. En aan deze ziekensponde leerde Ni, 't jonge kind, ten volle begrijpen, wat een moeder is.

Hoe dikwijls was niet de jongere met schitterende oogen tot de oudere zuster gekomen om haar enthousiast het een of ander te vertellen of voor te stellen. En als zij had uitgesproken dit liet de oudere zuster haar steeds doen klonk haar immer koud en koel tegen: "Ga je gang, ik ben een Javaan!" Ni's hartje kromp ineen, als had een ruwe hand het aangeraakt. Een ijzige koude beving haar inwendig.

Ni's bloed kookte, wanneer zij smalend en minachtend over 't meisje hoorde spreken door eene vrouw. "De vrouwen zijn niets". "De vrouwen zijn voor de mannen, voor hun pleizier geschapen, zij kunnen met hen doen wat zij willen", klonk honend, sarrend als de lach van Satan haar in de ooren.

Maar haar vader was niet altijd bij haar, hij had zijn werk; en waar hij werkte, daar mocht zij niet komen; immers zij mocht de afgesloten ruimte, haar verblijf, niet uit; en broer was maar enkele keeren in 't jaar thuis, hij ging nog school op Semarang. Haar oudste broer kwam thuis, hij was van school af, had eene betrekking op de plaats gekregen en woonde bij zijn ouders in. Ni's leven werd er niet vroolijker door integendeel, 't werd droeviger. Leed zij vroeger vóór zijn komst door de koelheid van bijna al hare huisgenooten, door 't opgesloten zijn, door allerlei gewoonten, waaraan zij zich niet onderwerpen kon, thans kwamen gesar en geplaag het aantal harer grieven vermeerderen. Ni wilde, Ni kòn niet naar de pijpen van haren broeder dansen. "Jongeren zijn gehoorzaamheid aan ouderen verschuldigd", werd haar steeds voorgepredikt, en "voor

Hij was toch háár broer, al was hij dan ook niet lief voor haar geweest. Tijd en afstand deden echter wonderen; zij namen allen wrok van Ni's hartje weg, en zij had broer weer lief; zij had meelij met den grooten jongen, die zich door 't laffe gevlei en geflikflooi van kruiperige, baatzuchtige menschen had laten misleiden, verblinden.